In de chemie is een binding of chemische binding een link tussen atomen in moleculen of verbindingen en tussen ionen en moleculen in kristallen. Een binding vertegenwoordigt een blijvende aantrekkingskracht tussen verschillende atomen, moleculen of ionen.
Het meeste bindingsgedrag kan worden verklaard door de aantrekkingskracht tussen twee tegengestelde elektrische lading. De elektronen van een atoom of ion worden aangetrokken door hun eigen positief geladen kern (die protonen bevat), maar ook door de kernen van nabijgelegen atomen. Soorten die deelnemen aan chemische bindingen zijn stabieler wanneer de binding wordt gevormd, meestal omdat ze een onbalans in lading hadden (groter of minder aantal elektronen dan protonen) of omdat hun valentie-elektronen geen elektronenorbitalen vulden of half vulden.
De twee belangrijkste soorten bindingen zijn covalente bindingen en ionische bindingen. Covalente binding is waar atomen elektronen min of meer gelijkelijk onderling delen. In een ionische binding besteedt een elektron van het ene atoom meer tijd aan de kern en elektronenorbitalen van het andere atoom (hoofdzakelijk gedoneerd). Pure covalente en ionische binding is echter relatief zeldzaam. Gewoonlijk is een binding tussen ionisch en covalent. In een polaire covalente binding worden elektronen gedeeld, maar de elektronen die deelnemen aan de binding worden meer aangetrokken door het ene atoom dan door het andere.
Een ander type binding is een metaalbinding. In een metaalbinding worden elektronen gedoneerd aan een "elektronenzee" tussen een groep atomen. Metallische binding is erg sterk, maar de vloeibare aard van de elektronen zorgt voor een hoge mate van elektrische en thermische geleidbaarheid.