Biografie van socioloog George Herbert Mead

Toen velden zoals psychologie en sociologie nog nieuw waren, werd George Herbert Mead een toonaangevende pragmaticus en pionier van symbolisch interactisme, een theorie die de relaties tussen mensen in samenlevingen onderzoekt. Meer dan een eeuw na zijn dood wordt Mead algemeen beschouwd als een van de grondleggers van de sociale psychologie, de studie van hoe sociale omgevingen individuen beïnvloeden. Hij heeft een groot deel van zijn carrière aan de Universiteit van Chicago gedoceerd en is ook verbonden aan wat nu bekend staat als de Chicago School of Sociology.

Vroege jaren en onderwijs

George Herbert Mead werd geboren op 27 februari 1863 in South Hadley, Massachusetts. Zijn vader Hiram Mead was pastor van een plaatselijke kerk, maar verhuisde het gezin naar Oberlin, Ohio om in 1870 professor te worden aan het Oberlin Theological Seminary. Zijn moeder Elizabeth Storrs Billings Mead werkte ook als academicus; ze gaf les aan het Oberlin College en zou later president worden van Mount Holyoke College in South Hadley, Massachusetts.

In 1879 schreef George Herbert Mead zich in aan het Oberlin College, waar hij een bachelor studeerde die zich richtte op geschiedenis en literatuur, die hij vier jaar later voltooide. Na een korte periode als leraar op school werkte Mead een paar jaar als landmeter voor de Wisconsin Central Railroad Company. Daarna schreef hij zich in aan de universiteit van Harvard, waar hij psychologie en filosofie studeerde, maar hij vertrok in 1888 zonder diploma.

Na Harvard trad Mead toe tot zijn goede vriend Henry Castle en zijn zus Helen Kingsbury Castle in Leipzig, Duitsland, waar hij zich inschreef voor een Ph.D. programma voor filosofie en fysiologische psychologie aan de Universiteit van Leipzig. In 1889 ging Mead over naar de Universiteit van Berlijn, waar hij economische theorie begon te studeren. De Universiteit van Michigan bood Mead twee jaar later een onderwijspositie aan in filosofie en psychologie en hij stopte zijn doctoraatsstudies om deze functie te aanvaarden, zonder zijn doctoraat daadwerkelijk af te ronden. Voordat hij zijn nieuwe rol op zich nam, trouwde Mead met Helen Castle in Berlijn.

Carrière

Aan de Universiteit van Michigan ontmoette Mead socioloog Charles Horton Cooley, filosoof John Dewey en psycholoog Alfred Lloyd, die allemaal invloed hadden op de ontwikkeling van zijn gedachten en geschreven werk. Dewey aanvaardde een benoeming als voorzitter van de filosofie aan de Universiteit van Chicago in 1894 en zorgde ervoor dat Mead werd benoemd tot universitair docent bij de afdeling filosofie. Samen met James Hayden Tufts vormden de drie de samenhang van het Amerikaanse pragmatisme, ook wel de "Chicago Pragmatists" genoemd.

Mead's Theory of the Self

Onder sociologen is Mead het meest bekend om zijn theorie over het zelf, die hij presenteerde in zijn welbekende en veelgeleerde boek "Mind, Self and Society" (gepubliceerd in 1934 na zijn dood en uitgegeven door Charles W. Morris) . Mead's theorie van het zelf beweert dat het idee dat mensen van zichzelf hebben voortkomt uit sociale interactie met anderen. Deze theorie verzet zich tegen biologisch determinisme omdat het stelt dat het zelf niet bestaat bij de geboorte en misschien niet aanwezig is aan het begin van een sociale interactie, maar het is geconstrueerd en gereconstrueerd in het proces van sociale ervaring en activiteit.

Het zelf bestaat volgens Mead uit twee componenten: het 'ik' en het 'ik'. Het 'ik' vertegenwoordigt de verwachtingen en houdingen van anderen (de 'gegeneraliseerde ander') georganiseerd in een sociaal zelf. Individuen definiëren hun gedrag in relatie tot de algemene houding van de sociale groep (en) die zij bezetten. Wanneer mensen zichzelf kunnen bekijken vanuit het standpunt van de gegeneraliseerde ander, wordt zelfbewustzijn in de volledige betekenis van de term bereikt. Vanuit dit oogpunt is de gegeneraliseerde ander (geïnternaliseerd in het 'ik') het belangrijkste instrument van sociale controle, want het is het mechanisme waarmee de gemeenschap controle uitoefent op het gedrag van haar individuele leden.

Het 'ik' is het antwoord op het 'ik', of de individualiteit van de persoon. Het is de essentie van keuzevrijheid in menselijk handelen. Dus in feite is het 'ik' het zelf als object, terwijl het 'ik' het zelf als subject is.

Volgens Mead's theorie wordt het zelf ontwikkeld door drie activiteiten: taal, spel en spel. Taal stelt mensen in staat om de 'rol van de ander' op zich te nemen en op hun eigen gedrag te reageren door de gesymboliseerde houding van anderen. Tijdens het spelen nemen individuen de rol van verschillende mensen op en doen ze alsof ze hun verwachtingen uiten. Dit proces van rollenspel is de sleutel tot het genereren van zelfbewustzijn en tot de algemene ontwikkeling van het zelf. Mensen moeten de regels van het spel begrijpen en de rollen van alle andere betrokken partijen internaliseren.

Mead's werk op dit gebied heeft de ontwikkeling van de symbolische interactietheorie gestimuleerd, nu een belangrijk kader binnen de sociologie. Naast "Mind, Self, and Society" omvatten zijn belangrijkste werken "The Philosophy" uit 1932of the Present 'en' The Philosophy of the Act 'uit 1938. Hij gaf les aan de Universiteit van Chicago tot zijn dood op 26 april 1931.

Bijgewerkt door Nicki Lisa Cole, Ph.D.