John Dalton (6 september 1766 - 27 juli 1844) was een gerenommeerde Engelse scheikundige, natuurkundige en meteoroloog. Zijn beroemdste bijdragen waren zijn atoomtheorie en onderzoek naar kleurenblindheid.
Dalton werd geboren in een Quaker-gezin op 6 september 1766. Hij leerde van zijn vader, een wever, en van Quaker John Fletcher, die les gaf op een privéschool. John Dalton begon te werken toen hij 10 jaar oud was en begon op 12-jarige leeftijd met lesgeven op een lokale school. Ondanks hun gebrek aan hoger onderwijs begonnen John en zijn broer hun eigen Quaker-school. Hij kon niet naar een Engelse universiteit omdat hij een Dissenter was (tegen dat hij verplicht was lid te worden van de Church of England), dus leerde hij informeel over wetenschap van John Gough, een wiskundige en experimenteel natuurkundige. Dalton werd docent wiskunde en natuurfilosofie (de studie van natuur en natuurkunde) op 27-jarige leeftijd aan een dissidente academie in Manchester. Hij nam ontslag op 34-jarige leeftijd en werd privéleraar.
John Dalton publiceerde eigenlijk op verschillende gebieden, waaronder wiskunde en Engelse grammatica, maar hij is vooral bekend om zijn wetenschap.
De atoomtheorie van Dalton was veruit zijn beroemdste werk; veel van zijn ideeën hebben bewezen volledig correct of grotendeels correct te zijn. Dalton's bijdragen hebben hem zelfs de bijnaam 'de vader van de scheikunde' opgeleverd.
Volgens het Science History Institute ontwikkelden Dalton's atoomtheorieën zich tijdens zijn verkenningen van de meteorologie. Hij ontdekte door experimenten dat 'de lucht geen enorm chemisch oplosmiddel is zoals Antoine-Laurent Lavoisier en zijn volgelingen hadden gedacht, maar een mechanisch systeem, waarbij de druk die wordt uitgeoefend door elk gas in een mengsel onafhankelijk is van de druk die wordt uitgeoefend door de andere gassen, en waarbij de totale druk de som is van de drukken van elk gas. " Deze ontdekking leidde hem tot het idee dat 'de atomen in een mengsel inderdaad verschillend van gewicht en' complexiteit 'waren.
Het idee dat er meerdere elementen zijn, elk opgebouwd uit zijn eigen, unieke atomen, was destijds absoluut nieuw en vrij controversieel. Het leidde tot experimenten met het concept van atoomgewicht, dat de basis werd voor latere ontdekkingen in fysica en scheikunde. De theorieën van Dalton kunnen als volgt worden samengevat:
Van 1837 tot zijn dood, leed Dalton een aantal slagen. Hij bleef werken tot de dag dat hij stierf en zou op 26 juli 1844 een meteorologische meting hebben geregistreerd. De volgende dag vond een begeleider hem dood naast zijn bed.
Sommige punten van de atoomtheorie van Dalton bleken vals te zijn. Atomen kunnen bijvoorbeeld worden gecreëerd en gesplitst met behulp van fusie en splijting (hoewel dit nucleaire processen zijn en de theorie van Dalton geldt voor chemische reacties). Een andere afwijking van de theorie is dat isotopen van atomen van een enkel element van elkaar kunnen verschillen (isotopen waren onbekend in de tijd van Dalton). Over het algemeen was de theorie enorm krachtig. Het concept van atomen van elementen blijft bestaan tot de dag van vandaag.