Matrix als functie-retourtype en -methodeparameter

Met arrays in Delphi kunnen we naar een reeks variabelen met dezelfde naam verwijzen en een nummer (een index) gebruiken om ze uit elkaar te houden.

Hier is een voorbeeld van een geheel getalarray dat maximaal 7 (geheel getal) waarden kan bevatten. Opmerking: dit is een statische Delphi-arraydeclaratie met een vaste grootte.

Arrays als Functieterugtypen

In Delphi zijn functies routines die een waarde retourneren.

Wanneer u wilt dat een functie een matrixtype variabele retourneert, kunt u in de verleiding komen om de volgende verklaring te gebruiken:

Wanneer u deze code probeert te compileren, krijgt u de volgende compilatietijdfout: [Pascal Error] E2029 Identifier verwacht maar 'ARRAY' gevonden.

Wanneer u functies declareert die de matrixwaarde retourneren, kunt u uiteraard geen aangifte van indextype-specificatie opnemen.

Om een ​​toe te staan functie om een ​​matrixwaarde te retourneren, u moet eerst een aangepast matrixtype maken en dit vervolgens gebruiken als een retourfunctietype:

Arrays als methode / routine-eigenschappen

Net als bij het gebruik van arrays als functieterugtypen, kunt u bij het declareren van routines die arrayparameters gebruiken, geen indextype-specificatie in de parameterdeclaraties opnemen.