In econometrie is de gereduceerde vorm van een stelsel vergelijkingen het product van het oplossen van dat systeem voor zijn endogene variabelen. Met andere woorden, de gereduceerde vorm van een econometrisch model is er een die algebraïsch is herschikt, zodat elke endogene variabele zich aan de linkerkant van een vergelijking bevindt en alleen vooraf bepaalde variabelen (zoals exogene variabelen en vertraagde endogene variabelen) zich aan de rechterkant bevinden.
Om de definitie van gereduceerde vorm volledig te begrijpen, moeten we eerst het verschil bespreken tussen endogene variabelen en exogene variabelen in econometrische modellen. Deze econometrische modellen zijn vaak ingewikkeld. Een van de manieren waarop onderzoekers deze modellen uitsplitsen, is door alle verschillende onderdelen of variabelen te identificeren.
In elk model zijn er variabelen die door het model worden gemaakt of beïnvloed en andere die door het model ongewijzigd blijven. Degenen die door het model worden gewijzigd, worden beschouwd als endogene of afhankelijke variabelen, terwijl degenen die ongewijzigd zijn gebleven, de exogene variabelen zijn. Exogene variabelen worden verondersteld te worden bepaald door factoren buiten het model en zijn daarom de autonome of onafhankelijke variabelen.
Systemen van structurele econometrische modellen kunnen puur op basis van economische theorie worden geconstrueerd, die kan worden ontwikkeld door een combinatie van waargenomen economisch gedrag, kennis van beleid dat economisch gedrag beïnvloedt, of technische kennis. Structurele vormen of vergelijkingen zijn gebaseerd op een onderliggend economisch model.
De gereduceerde vorm van een set structurele vergelijkingen is daarentegen de vorm die wordt geproduceerd door voor elke afhankelijke variabele zodanig op te lossen dat de resulterende vergelijkingen de endogene variabelen uitdrukken als functies van de exogene variabelen. Verminderde vormvergelijkingen worden geproduceerd in termen van economische variabelen die mogelijk niet hun eigen structurele interpretatie hebben. In feite vereist een model met gereduceerde vorm geen extra rechtvaardiging buiten de overtuiging dat het empirisch zou kunnen werken.
Een andere manier om te kijken naar de relatie tussen structurele vormen en gereduceerde vormen is dat structurele vergelijkingen of modellen over het algemeen als deductief worden beschouwd of worden gekenmerkt door "top-down" logica, terwijl gereduceerde vormen over het algemeen worden gebruikt als een stuk van een grotere inductieve redenering.
Het debat over het gebruik van structurele vormen versus gereduceerde vormen is een actueel onderwerp onder veel economen. Sommigen zien de twee zelfs als tegengestelde modellen. Maar in werkelijkheid zijn structurele vormmodellen eenvoudig beperkte gereduceerde vormmodellen op basis van verschillende informatie-aannames. Kortom, structurele modellen veronderstellen gedetailleerde kennis, terwijl gereduceerde modellen minder gedetailleerde of onvolledige kennis van de factoren veronderstellen.
Veel economen zijn het erover eens dat de modelbenadering die in een bepaalde situatie de voorkeur heeft, afhankelijk is van het doel waarvoor het model wordt gebruikt. Veel van de kernactiviteiten in de financiële economie zijn bijvoorbeeld meer beschrijvende of voorspellende oefeningen, die effectief in gereduceerde vorm kunnen worden gemodelleerd, omdat de onderzoekers niet noodzakelijkerwijs enig diep structureel begrip vereisen (en vaak niet dat gedetailleerd begrip hebben).