Hier is een gemakkelijke manier om lengte- en breedtegraad te leren. De leraar moet elk van de volgende stappen modelleren, die slechts ongeveer 10 minuten duurt.
Stappen
Gebruik een grote muurkaart of overheadkaart.
Maak een lengte- en breedtegraad op het bord. Zie Verwante functies hieronder voor een voorbeeld.
Deel lege grafieken uit zoals die op het bord die studenten samen met u kunnen invullen.
Selecteer drie steden om te demonstreren.
Voor breedtegraad: zoek de evenaar. Bepaal of de stad ten noorden of ten zuiden van de evenaar ligt. Markeer N of S in de grafiek op het bord.
Bepaal welke twee breedtelijnen de stad daartussenin ligt.
Laat zien hoe u het middelpunt kunt bepalen door het verschil tussen de twee lijnen uit stap zeven te splitsen.
Bepaal of de stad zich dichter bij het middelpunt of een van de lijnen bevindt.
Schat de breedtegraden en schrijf het antwoord in de grafiek op het bord.
Voor lengtegraad: vind de nulmeridiaan. Bepaal of de stad ten oosten of ten westen van de nulmeridiaan ligt. Markeer E of W in de grafiek op het bord.
Bepaal welke twee lengtegraden de stad ertussenin heeft.
Bepaal het middelpunt door het verschil tussen de twee lijnen te splitsen.
Bepaal of de stad zich dichter bij het middelpunt of een van de lijnen bevindt.
Schat de lengtegraden en schrijf het antwoord in de grafiek op het bord.
Tips
Benadruk dat de breedte altijd het noorden en het zuiden meet, en de lengte altijd het oosten en het westen.
Benadruk dat studenten tijdens het meten van lijn naar lijn moeten 'hoppen' en niet hun vingers langs een lijn moeten slepen. Anders zullen ze in de verkeerde richting meten.