Montessori en Waldorf scholen zijn twee populaire soorten scholen voor kleuters en basisschoolleeftijdskinderen. Maar veel mensen weten niet precies wat de verschillen zijn tussen de twee scholen. Lees verder voor meer informatie en ontdek de verschillen.
Montessorischolen geloven in het volgen van het kind. Dus het kind kiest wat hij wil leren en de leraar begeleidt het leren. Deze aanpak is zeer praktisch en studentgericht.
Waldorf gebruikt een leraargerichte benadering in de klas. Academische vakken worden pas aan kinderen voorgesteld op een leeftijd die typisch later is dan die van studenten op Montessorischolen. Traditionele academische vakken - wiskunde, lezen en schrijven - worden gezien als niet de meest plezierige leerervaringen voor kinderen en worden zo uitgesteld tot de leeftijd van zeven jaar of zo. In plaats daarvan worden studenten aangemoedigd om hun dagen te vullen met fantasierijke activiteiten, zoals het spelen van make-geloven, kunst en muziek.
Montessori heeft op zichzelf geen vaste spiritualiteit. Het is zeer flexibel en aanpasbaar aan individuele behoeften en overtuigingen.
Waldorf is geworteld in antroposofie. Deze filosofie gelooft dat mensen, om de werking van het universum te begrijpen, eerst inzicht moeten hebben in de mensheid.
Montessori en Waldorf herkennen en respecteren de behoefte van een kind aan ritme en orde in zijn dagelijkse routine. Ze kiezen ervoor om die behoefte op verschillende manieren te herkennen. Neem bijvoorbeeld speelgoed. Madame Montessori vond dat kinderen niet alleen moeten spelen, maar ook moeten spelen met speelgoed dat hen concepten leert. Montessori-scholen gebruiken door Montessori ontworpen en goedgekeurd speelgoed.
Een Waldorf-opleiding moedigt het kind aan om zijn eigen speelgoed te maken van materialen die bij de hand zijn. Het gebruiken van de verbeelding is het belangrijkste 'werk' van het kind, stelt de Steiner-methode.
Zowel Montessori als Waldorf gebruiken curricula die qua ontwikkeling geschikt zijn. Beide benaderingen geloven in een praktische en intellectuele benadering van leren. Beide benaderingen werken ook in meerjarige cycli als het gaat om de ontwikkeling van kinderen. Montessori gebruikt cycli van zes jaar. Waldorf werkt in cycli van zeven jaar.
Zowel Montessori als Waldorf hebben een sterk gevoel van maatschappelijke hervorming ingebouwd in hun onderwijs. Ze geloven in het ontwikkelen van het hele kind, het leren om zelf te denken en vooral laten zien hoe het geweld kan voorkomen. Dit zijn prachtige idealen die helpen een betere wereld voor de toekomst op te bouwen.
Montessori en Waldorf gebruiken niet-traditionele beoordelingsmethoden. Testen en beoordelen maken geen deel uit van beide methoden.
Montessori laat meestal het gebruik van populaire media over aan individuele ouders om te beslissen. In het ideale geval is de hoeveelheid tv die een kind kijkt beperkt. Idem het gebruik van mobiele telefoons en andere apparaten.
Waldorf is meestal vrij rigide over het niet willen van jonge mensen die worden blootgesteld aan populaire media. Waldorf wil dat kinderen hun eigen werelden creëren. Je zult geen computers vinden in een Waldorf klaslokaal behalve in de bovenbouw.
De reden waarom tv en dvd's niet populair zijn in Montessori- en Waldorf-kringen, is dat beide willen dat kinderen hun verbeelding ontwikkelen. Tv kijken geeft kinderen iets om te kopiëren, niet om te creëren. Waldorf heeft de neiging om een premie te leggen op fantasie of verbeelding, zelfs tot het punt waarop het lezen enigszins wordt vertraagd.