Datums in het Duits schrijven

Het schrijven van datums kan verschillen van taal tot taal en kan per context veranderen. Hoewel het vanaf de eerste dag in de klas wordt geleerd wanneer je de datum op je pagina schrijft, worden vaak andere manieren om datums uit te drukken verwaarloosd. In het Duits zijn het natuurlijk de grammaticale gevallen waar men op moet letten bij het schrijven van deze datums.

De datum in een brief schrijven

Stadt / city, hol (acc.) 16.5.11
Bonn, den 16.5.11 Bonn, den sechszehnten fünften zweitausendelf.

Datums in andere schrijfcontexten

  1. Met vermelding van de dag van de week samen met de datum:
    Am Samstag, dem 5. Juni, wurde er geboren.
    Samstag, den 5. Juni.
  2. Niet de dag van de week vermelden:
    Sie ist am 25. Juni geboren
    Heute haben wir den 25. Juni. (Fünfundzwanzigsten)
    Heute ist der 25. Juni (fünfundzwanzigster)
  3. Van de ene datum naar de andere zonder de dag van de week aan te geven:
    vom 16. Mai bis zum 20. Mai.
  4. Van de ene datum naar de andere met vermelding van de dag van de week:
    Von Montag, dem 16. Mai, bis Freitag, dem 20. Mai.