Het werkwoord Te doen wordt op verschillende manieren in het Engels gebruikt. Hier zijn de belangrijkste toepassingen van het werkwoord Te doen voor referentie, zelfstudie en gebruik in de klas. Te doen kan worden gebruikt als een hulpwerkwoord, een werkwoord om over actie in het algemeen te spreken, en te combineren met veel zelfstandige naamwoorden om uit te drukken dat het verzorgen van verschillende taken.
Voorbeelden:
Te doen wordt gebruikt als een hoofdwerkwoord in veel vaste zinnen die worden gebruikt bij de verschillende taken die we thuis en op het werk uitvoeren. Te doen wordt meestal gebruikt om taken uit te drukken die we doen, in plaats van dingen die we maken. Natuurlijk zijn er enkele uitzonderingen op de regels. Hier zijn enkele hoofdzinnen over taken die we uitvoeren:
goed doen
de afwas doen
sporten
oefeningen doen
zaken doen
huiswerk maken
in de tuin werken
Voorbeelden:
Ik zal de afwas doen als je gaat eten.
Sheila probeert minstens drie keer per week te sporten.
Hij heeft die oefening een aantal keren gedaan.
Notitie: Oefeningen doen wordt gebruikt met een aantal verschillende soorten oefeningen. Over het algemeen gebruiken we 'spelen' met competitieve sporten, 'gaan' met activiteiten zoals wandelen, paardrijden en wandelen. 'Do' wordt gebruikt met oefeningen zoals yoga, karate, enz.
Voorbeelden:
Jennifer deed vanmorgen twee uur yoga.
Ik probeer elke ochtend wat oefeningen te doen, zoals sit-ups en push-ups.
James doet pilates in zijn plaatselijke sportschool.
Te doen wordt ook gebruikt als een hulpwerkwoord in de eenvoudige tijden. Vergeet niet dat het hulpwerkwoord de vervoeging in het Engels aanneemt, dus het werkwoord Te doen zal veranderen afhankelijk van de tijd. Onthoud dat 'doen' alleen als hulpwerkwoord in de vraag en in de negatieve vorm wordt gebruikt. Hier is een kort overzicht van de tijden die gebruiken Te doen als een hulpwerkwoord:
Onvoltooid Tegenwoordige Tijd:
Voorbeelden:
Ze houdt niet van tofu.
Houd je van rock 'n roll?
Verleden tijd:
Voorbeelden:
Mary is vorige week niet bij haar tante geweest.
Hebben ze over de economie gesproken?
Te doen wordt gebruikt als het hoofdwerkwoord bij het stellen van algemene vragen over wat er gebeurt, gebeurt, gaat gebeuren, enz.
Voorbeelden:
Wat ben je aan het doen?
Wat ga je doen?
Wat hebben ze gedaan?
Wat doe je op zaterdagen?
enz.