"Wanneer" is niet noodzakelijk een gemakkelijke vertaling in het Duits. Er zijn drie woorden die u moet weten om verschillende Engelse variaties van "wanneer" uit te drukken. Ze zijn wann, wenn en als.
Als betekent als, wanneer of dan, afhankelijk van de context. Het is de "wanneer" -vertaling die de meeste Duitse studenten stomp maakt. Een manier om het te onthouden: ALS verwijst naar "wanneer" in het verleden, terwijl wenn (meer daarover hieronder) verwijst naar "wanneer" in de toekomst of hypothetisch.
Toen in het verleden: ik had brood moeten kopen toen ik naar de winkel ging.
Wanneer in de toekomst: wanneer ik culinaire school afstudeer, zal ik mijn eigen brood maken.
Als kan worden gebruikt wanneer u een rol aan iets toewijst, zoals 'als kind'. Je zou ook kunnen denken dat deze zin zegt "toen ik een kind was", wat werkt met de regel "wanneer in het verleden". Maar dat is niet altijd het geval. Soms lijkt de 'as' meer op een 'alsof het een' is, zoals 'u kunt het vak als een tabel gebruiken'. In het Duits, dat is ALS.
evenzo, ALS wordt gebruikt om dingen te vergelijken.
Klik op wann / wenn om de verschillen tussen die twee woorden te bekijken. Een gemakkelijke manier om eraan te denken is wann verwijst naar tijd. Wenn is een beetje ingewikkelder. Maar het goede nieuws is, als je eenmaal de vier situaties uit je hoofd leert wenn werkt, breekt de Duitse taal zelden zijn regels.
Test nu je kennis.
Bij de volgende oefening moet u de spaties invullen met het woord ALS, wenn of wann. U vindt de antwoorden op deze oefening op de volgende pagina.
1. ______ du genug schläfst, dann bist du niemals müde.
2 .______ kannst du morgen kommen?
3. Er ist größer _____ ich.
4. Sag mir bitte, ______ ich vorbeikommen kann.
5. ______ es dir nichts ausmacht, dann werde ich hier bleiben.
6. ______ ich klein war, sang ich viel.
7. Es gibt nichts Lustigeres ______ ein Clown.
8. ______ ich Zeit hätte, würde ich viel mehr lesen.
9. Ich weiß, ______ meine Freundin kommt.
10. Ich weiß, dass _______ meine Freundin kommt, werden wir viel Spaß haben.
1. Wenn du genug schläfst, dann bist du niemals müde.
2. wann kannst du morgen kommen?
3. Er ist größer ALS ich.
4. Sag mir bitte, wann ich vorbeikommen kann.
5.Wenn es dir nichts ausmacht, dann werde ich hier bleiben.
6. Als ich klein war, zong ich viel.
7. Es gibt nichts Lustigeres ALS ein Clown.
8. Wenn ich Zeit hätte, würde ich viel mehr lesen.
9. Ich weiß, wann meine Freundin kommt.
10. Ich weiß, dass wenn meine Freundin kommt, dann werden wir viel Spaß haben.