Het is belangrijk om de juiste wiskundige woordenschat te kennen wanneer je in de klas over wiskunde spreekt. Deze pagina biedt wiskundige woordenschat voor basisberekeningen.
Basis wiskundige woordenschat
+ - plus
Voorbeeld: 2 + 2 Twee plus twee
- - min
Voorbeeld: 6 - 4 Zes min vier
x OF * - keer
Voorbeeld: 5 x 3 OF 5 * 3 Vijf keer drie
= - gelijken
Voorbeeld: 2 + 2 = 4 Twee plus twee is gelijk aan vier.
< - is minder dan
Voorbeeld: 7 < 10 Zeven is minder dan tien.
> - is groter dan
Voorbeeld: 12> 8 Twaalf is groter dan acht.
≤ - is kleiner dan of gelijk aan
Voorbeeld: 4 + 1 ≤ 6 Vier plus één is kleiner dan of gelijk aan zes.