In het Italiaans, een beginhoofdletter (maiuscolo) is vereist in twee gevallen:
Afgezien van deze gevallen hangt het gebruik van hoofdletters in het Italiaans af van factoren zoals stilistische keuzes of publicatietraditie. Er is ook de maiuscola reverenziale (eerbiedig kapitaal), dat nog steeds vaak wordt gebruikt met voornaamwoorden en bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden waarnaar wordt verwezen Dio (God), mensen of dingen die als heilig worden beschouwd, of mensen van hoog aanzien (pregare Dio e avere fiducia in Lui; mi rivolgo alla Sua attenzione, ondertekenaar Presidente). Over het algemeen is er echter in het hedendaagse gebruik de neiging om kapitalisatie te vermijden die als onnodig wordt beschouwd.
Ter illustratie van de gevallen waarin hoofdletters aan het begin van een zin worden gebruikt, volgen hier enkele voorbeelden:
Als een zin begint met een weglatingsteken (...), beginnen de hierboven beschreven voorbeelden meestal met kleine letters, behalve wanneer het eerste woord een echte naam is. Die instanties vereisen nog steeds het gebruik van de hoofdletters.
Evenzo (maar meer in termen van een typografische keuze) is het geval waarin een hoofdletter wordt gebruikt aan het begin van elk vers in poëzie, een apparaat dat soms wordt gebruikt, zelfs als het vers niet op een nieuwe regel is geschreven (om redenen van spatie), in plaats van een schuine streep (/) te gebruiken, wat over het algemeen de voorkeur verdient om dubbelzinnigheid te voorkomen.
Over het algemeen moet u de eerste letter van de juiste naam (reëel of fictief) en alle termen die in de plaats komen (sobriquets, aliassen, bijnamen) met een hoofdletter:
Er zijn ook gevallen waarin de beginletter met een hoofdletter wordt geschreven, zelfs met gewone zelfstandige naamwoorden, om redenen die variëren van de noodzaak om ze te onderscheiden van algemene concepten, personificatie en antonomasia, tot respect tonen. Voorbeelden hiervan zijn:
Iets meer dubbelzinnig is echter het gebruik van hoofdletters in Italiaanse samengestelde zelfstandige naamwoorden of in die zelfstandige naamwoorden bestaande uit een reeks woorden; er zijn echter een paar harde en snelle richtlijnen die kunnen worden aanbevolen:
De voorzetseldeeltjes (particelle preposizionali), di, de, of d' worden niet met een hoofdletter geschreven wanneer gebruikt met de namen van historische figuren, wanneer er geen achternamen bestonden, om patroniem (de 'Medici) of toponiemen (Francesco da Assisi, Tommaso d'Aquino) te introduceren; ze worden echter wel met een hoofdletter geschreven wanneer ze een integraal onderdeel vormen van de hedendaagse achternamen (De Nicola, D'Annunzio, Di Pietro).
Kapitalisatie komt het meest voor in de namen van instellingen, verenigingen, politieke partijen en dergelijke. De reden voor deze overvloed aan hoofdletters is meestal een teken van respect (Chiesa Cattolica), of de neiging om het gebruik van hoofdletters in een afkorting of acroniem (CSM = Consiglio Superiore della Magistratura). Het startkapitaal kan echter ook worden beperkt tot alleen het eerste woord, dat het enige verplichte is: de Chiesa cattolica, Consiglio superiore della magistratura.