'Kan' en 'Kunnen' worden beide gebruikt om te spreken over vaardigheden en de mogelijkheid om iets te doen. 'Kan' en 'Kunnen' staan in het Engels bekend als modale werkwoorden.
Hier zijn enkele voorbeelden van 'kan' en 'kunnen' om te praten over vaardigheden.
Hier zijn voorbeelden van de twee vormen om over mogelijkheden te spreken.
Hieronder worden voorbeelden en verklaringen gegeven voor kunnen / kunnen / kunnen voor bekwaamheid en toestemming in het verleden, heden. en toekomst.
Voorbeelden | Gebruik |
Hij kan goed tennissen. | Gebruik 'kan' of 'in staat zijn om' om een vermogen of mogelijkheid uit te drukken OPMERKING: De toekomst van 'in staat zijn om' is 'zal kunnen |
Hij kon zwemmen toen hij vijf was. | Kon in het verleden het algemene vermogen betekenen om iets te doen. |
Ze konden kaartjes kopen voor het concert. Ik was in staat om voor 6 te finishen. Ik kon het niet't kwam gisteravond, sorry. OF ik was't kan gisteravond komen, sorry. | BELANGRIJK: Als iemand in de positie was om iets te doen, of erin geslaagd is om iets te doen, gebruiken we 'kon / kon in plaats van 'kon' Ontkennend,' wasn'in staat om' OF 'couldn't' zijn beide correct. |
Opmerking: 'Kan' wordt ook vaak gebruikt om toestemming te vragen, evenals 'mag':
Mag ik met je mee gaan? = Mag ik met je meegaan?
Oefen 'kan' en 'kan' met dit rollenspel. Als je klaar bent, verzin dan enkele van je eigen dialogen en oefen met een klasgenoot of een vriend.
Peter: Hallo Janet. Kun je me even helpen??
Janet: Tuurlijk, wat is er?
Peter: Ik kan dit wiskundeprobleem niet begrijpen.
Janet: Werkelijk. Ik denk dat ik kan helpen, maar ik ben niet zo goed in wiskunde.