Hoe modale werkwoorden in het Frans te vertalen

Modale werkwoorden, ook wel genoemd modale hulpwerkwoorden of gewoon hulpwerkwoorden, zijn niet-geconjugeerde Engelse werkwoorden die de stemming van een werkwoord uitdrukken, zoals vaardigheid, mogelijkheid, conditie en noodzaak. Met uitzondering van "behoren", worden modals direct gevolgd door het werkwoord dat ze wijzigen (zonder "daartussen"). Er zijn tien veel voorkomende Engelse modale werkwoorden:

  1. kan
  2. kon
  3. mei
  4. macht
  5. moet
  6. zou moeten
  7. zal
  8. Moeten
  9. zullen
  10. Zou

Frans heeft geen modale werkwoorden, wat het moeilijk kan maken om ze te vertalen. De Franse equivalenten van modale werkwoorden kunnen een vervoegbaar werkwoord zijn (bijv., pouvoir), een bepaalde werkwoordsvorm of stemming, of zelfs een bijwoord.

Kan = Pouvoir, savoir (in de tegenwoordige tijd)

   Ik kan je helpen.
Je peux vous aider.
We kunnen het zien.
Nous pouvons le voir.
Kun je zwemmen?
Sais-tu nager ?

Kon (in het heden) =  pouvoir (in de voorwaardelijke)

   Ik kon de hele nacht dansen.
Je pourrais danser pendant toute la nuit.
Zou je me kunnen helpen?
Pourriez-vous m'aider ?

Kon (in het verleden) =  pouvoir (in het onvolmaakte)

   Hij kon veel snoep eten toen hij drie was.
Il pouvait manger beaucoup de bonbons quand il avait trois ans.
Vorig jaar kon ik elke dag tot het middaguur slapen.
L'année dernière, je pouvais dormir jusqu'à midi tous les jours.

May / macht = peut-être, pouvoir (in de voorwaardelijke), se pouvoir (in het heden)

   Ze kan / zou om 12.00 uur aankomen.
Elle arrivera peut-être à midi, Elle pourrait arriver à midi, Il se peut qu'elle arrive à midi.

Moet = devoir (tegenwoordige tijd)

   ik moet gaan.
Je dois partir.
Je moet me helpen.
Vous devez m'aider.

Zal / wil = Franse toekomende tijd

   Ik zal / zal je helpen.
Je vous aiderai.
Hij zal rond het middaguur aankomen.
Il arrivera à midi.

Moet / zou moeten = devoir (in de voorwaardelijke)

   Ik zou snel moeten / moeten vertrekken.
Je devrais partir bientôt.
Je zou mij moeten / moeten helpen.
Vous devriez m'aider.

zou (in het heden) = Franse voorwaardelijke stemming

   We willen graag vertrekken.
Nous voudrions partir.
Ik zou je helpen als ik er klaar voor was.
Je vous aiderais si j'étais prêt.

zou (in het verleden) = Franse onvolkomen tijd

   Hij zou altijd lezen als hij alleen was.
Il lisait toujours quand il était seul.
Vorig jaar sliep ik elke dag tot het middaguur.
L'année dernière, je dormais jusqu'à midi tous les jours.
Engelse modals kunnen worden gevolgd door "have" plus een voltooid deelwoord om perfecte (voltooide) acties uit te drukken. Het vertalen van deze constructie vereist meestal een Frans werkwoord in een perfecte tijd / stemming gevolgd door een infinitief.