Hoe tijd in het Duits te vertellen

Tijd in het Duits vertellen vereist drie basisingrediënten: de getallen van 1 tot 59, de Duitse woorden voor 'tot' en 'na' en de breuken 'kwart' en 'half' (afgelopen).

Hier is hoe:

  • Leer of bekijk de Duitse nummers van 1-59.
  • Een uur is verdeeld als een taart in kwarten (viertel) en helften (halb).
  • Voor 'half twee', zegt u halb en het volgende uur. 'Halb acht' = 7:30, d.w.z. half (weg naar) acht.
  • Na is nach. 'Es ist zehn nach zwei' = 2:10 (Het is tien over twee).
  • Voor 'kwart over', zegt u Viertel nach: 'Viertel nach neun' = 9:15.
  • Aan of ervoor is vor (VOOR). 'Viertel vor zwei' = 1:45. 'Zehn vor elf' = 10:50.
  • Engels 'uur' is Uhr In het Duits. 'Es ist fünf Uhr' = 5:00 (vijf uur).
  • Voor precieze tijden zeg je Uhr tussen het uur en de minuten: 'zehn Uhr zwölf' = 10:12.
  • Voor veel voorkomende situaties (dienstregelingen, tv-gidsen) gebruiken Duitsers 24-uurs (militaire) tijd.
  • Voeg 12 toe aan een pm-tijd om het 24-uursformulier te krijgen: 14.00 + 12 = 14.00 (vierzehn Uhr).
  • Om de tijd van 24 uur uit te drukken, moet je precies zijn: 'zwanzig Uhr neun' = 20.09 = 20:09 uur.
  • Oefen je Duitse tijdtekenvaardigheden met elke klok of planning die je ziet.

Tips:

  • Zorg ervoor dat u uw Duitse nummers goed kent. Kijk uit voor eins. Na verloop van tijd is het 'ein Uhr' (1:00).
  • Accepteer het feit dat er verschillende manieren zijn om tijd te vertellen in verschillende culturen, die niet 'beter' of 'slechter' zijn dan de andere.
  • Onthoud dat het begrijpen van de tijd meestal belangrijker is dan het kunnen zeggen.