Spaans heeft twee sets voornaamwoorden die 'jij' betekenen - de vertrouwde informele 'jij', dat wil zeggen tú in het enkelvoud en vosotros in het meervoud, en het formele 'jij', dat is usted in het enkelvoud en ustedes in het meervoud. Ze zijn vaak een bron van verwarring voor Spaanse studenten. Hoewel er geen regels zijn die altijd geldig zijn om te bepalen welke te gebruiken, helpt de onderstaande gids je in de juiste richting wanneer je besluit met welk voornaamwoord je wilt gaan.
Ten eerste, hoewel er uitzonderingen zijn, is het fundamentele verschil tussen de bekende en de formele voornaamwoorden dat de eerste typisch wordt gebruikt voor vrienden en familieleden, terwijl de formele is voor gebruik in andere situaties. Je zou het onderscheid kunnen zien als iets als het verschil, althans in de Verenigde Staten, tussen het aanspreken van iemand met een voornaam of iets formeler.
Het gevaar van het gebruik van de vertrouwde vorm wanneer u dat niet zou moeten doen, is dat u de persoon waarmee u spreekt beledigend of neerbuigend tegenkomt, zelfs als u dat niet van plan bent. En als je afstand kunt nemen als je je aan het formele houdt, wanneer het informele gepast zou zijn.
Over het algemeen moet u de formele vormen van 'u' gebruiken, tenzij er een reden is om de vertrouwde vorm te gebruiken. Op die manier kom je veilig beleefd over in plaats van het risico te lopen onbeleefd te zijn.
Er zijn twee situaties waarin de formele vorm bijna altijd wordt gebruikt:
Hier is het over het algemeen veilig om de vertrouwde vorm te gebruiken:
In sommige regio's een ander bekend voornaamwoord, vos, wordt gebruikt met verschillende acceptatiegraden. In sommige gebieden heeft het zijn eigen bijbehorende werkwoordvervoegingen. Uw gebruik van tú, zal echter op die gebieden worden begrepen.
Dezelfde regels die van toepassing zijn op tú en vosotros die van toepassing zijn op andere bekende vormen:
Hoewel het onderscheid tussen formeel en vertrouwd vreemd kan klinken voor Engelse sprekers, maakte Engels vroeger soortgelijke onderscheidingen. In feite is dit onderscheid nog steeds terug te vinden in oudere literatuur, zoals de geschriften van Shakespeare.
In het bijzonder zijn de informele vormen van het vroegmoderne Engels 'gij' als onderwerp, 'u' als object en 'uw' en 'uw' als bezittelijke vormen. Tijdens die periode werd "u" gebruikt als meervoud in plaats van zowel enkelvoud als meervoud zoals het nu is. Beide tú en "gij" komt uit dezelfde Indo-Europese bron, evenals overeenkomstige woorden in sommige andere talen, zoals du In het Duits.