Wat is authentieker dan het leren koelen van een Duitse chocoladetaart met behulp van een Duits recept? Koks en bakkers kunnen deze Duits-Engelse woordenlijst gebruiken die zich richt op termen in recepten en voedselbereiding. Het bevat termen voor instructies en maatregelen, evenals ingrediënten. Als u een Duits recept verkent, moet u dit handig houden om ingrediënten en maten in het Engels te interpreteren.
Sleutel:
Naamwoord geslacht: r (der, masc.), e (dood gaan, fem.), of s (das, neu.)
adj. = bijvoeglijk naamwoord, v. = werkwoord
abkühlen v. afkoelen, afkoelen
abseihen v. stam, zeef (Aus., S. Ger.)
s Auftragen serveren (omhoog)
vor dem Auftragen voor het opdienen
aufkochen v. aan de kook brengen
aufschlagen v. slaan, zweep
(aus)quellen lassen v. laten uitbreiden, stijgen
ausrollen v. uitrollen (deeg)
ausstechen v. knippen / persen (met een cookie cutter)
s Backfett / Pflanzenfett verkorting
e Achtervorm ovenschaal, blik