In de volgende tabel vindt u de vervoeging van het onregelmatige Duitse werkwoord wissen (weten). Hoewel het geen modaal werkwoord is, is de vervoeging van wissen volgt hetzelfde patroon als de modale werkwoorden. Zoals de modals, en in tegenstelling tot normale Duitse werkwoorden, wissen heeft dezelfde vorm voor ich (1e persoon zingt.) En eh, sie, es (3e persoon zingt.).
Duits heeft, net als veel andere talen, twee verschillende werkwoorden die kunnen overeenkomen met het Engelse werkwoord 'weten'. Net als Spaans, Italiaans en Frans, bijvoorbeeld, maakt Duits een onderscheid tussen het kennen of vertrouwd zijn met een persoon of ding (Kennen) EN een feit kennen (wissen).
Het werkwoord wissen is een stam veranderend werkwoord. Dat wil zeggen, de stamklinker van de infinitief ik veranderd naar eiin alle enkelvoudige tegenwoordige tijdvormen (weiß), en naar u in het voltooid deelwoord (gewusst). Zoals we hierboven zeiden, gedraagt het zich in veel opzichten als een modaal werkwoord. Behalve voor ihr wisst (voorheen wißt), heeft de spellinghervorming niet beïnvloed wissen, dus je moet er rekening mee houden dat de enkelvoudige vormen nog steeds worden gespeld met een ess-zett (ß, behalve in het Zwitserduits), terwijl de meervoudsvormen een dubbele-s (ss) gebruiken.
Dit werkwoorddiagram gebruikt de nieuwe Duitse spelling (die neue Rechtschreibung).
Präsens (Cadeau) | Präteritum (Preterite / Past) | PERFEKT (Pres. Perfect) |
ENKELVOUD | ||
ik weet het ik weet | ich wusste ik wist | ich habe gewusst Ik wist het, heb het geweten |
du weißt je weet wel | du wusstest jij wist | du hast gewusst je wist het, wist het |
er / sie weiß hij / zij weet het | er / sie wusste hij / zij wist het | er / sie hat gewusst hij / zij wist, heeft geweten |
MEERVOUD | ||
wir / Sie/sie wissen wij / jij / zij moeten | wir / Sie/sie wussten wij / jij / zij wisten het | wir / Sie/sie haben gewusst wij / jij / zij wisten, hebben geweten |
ihr wisst je weet het | ihr wusstet je wist het | ihr habt gewusst u (mv.) wist, hebt geweten |
Er weiß Bescheid.
Hij weet er alles van. (Hij is op de hoogte gehouden.)
Weißt du, wann der Bus kommt?
Weet je wanneer de bus eraan komt?
Ich habe nicht Bescheid gewusst.
Ik wist er niets van.
Gerelateerde pagina's
De 20 meest gebruikte Duitse werkwoorden
Gerangschikt op gebruiksfrequentie. Met vervoegingen en voorbeelden.
Duits voor beginners
Onze gratis online cursus Duits!