Franse idiomatische uitdrukkingen met 'Mal'

Het franse woord mal betekent "slecht" of "fout" en wordt in veel idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Leer hoe u hoofdpijn, zeeziekte, hard werken en meer kunt zeggen met idiomatische uitdrukkingen die u gebruikt mal

Mal wordt vaak verward met mauvais omdat ze beide een negatieve betekenis hebben en bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden of zelfstandige naamwoorden kunnen zijn. Hier zijn een paar aanwijzingen.

Mal is meestal een bijwoordbetekenis slechtslechtonjuist, enz. Het kan ook worden gebruikt voor een voltooid deelwoord om dat werkwoord een negatieve betekenis te geven. 

mauvais, in de zeldzame gevallen dat het als bijwoord wordt gebruikt, betekent het slecht.

mauvais is meestal een bijvoeglijk naamwoord dat een zelfstandig naamwoord en middelen wijzigt slechtgemeenmis, en dergelijke. Mal, wanneer gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord, betekent slecht, ongemakkelijk, immoreel, en dergelijke, en kan alleen worden gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord met copulaire (staat van zijn) werkwoorden zoals être (te zijn) en se sentir (voelen).

Niet door elkaar halen mal en mauvais met bon en bien een van beide. Het is gemakkelijk om te doen omdat de twee paren vergelijkbare betekenissen hebben, maar bon en bien zijn positief, terwijl mal en mauvais zijn negatief.

Gemeenschappelijke Franse uitdrukkingen met 'Mal'

  • Aux grands maux les grands remèdes.
    Grote problemen vereisen grote oplossingen.
  • avoir du mal à faire quelque koos
    om het moeilijk te hebben om iets te doen
  • avoir mal à la tête, aux dents
    hoofdpijn, kiespijn
  • avoir un mal de tête, de dents
    hoofdpijn, kiespijn
  • avoir le mal de mer
    zeeziek zijn
  • avoir le mal du pays
    heimwee hebben
  • le bien et le mal
    goed en slecht
  • bon gré mal gré
    (of je het leuk vindt of niet
  • c'est mal vu
    dat vinden mensen niet leuk
  • de mal en pis
    van slecht naar slechter
  • être bien mal
    dicht bij de dood zijn
  • être mal avec quelqu'un
    om met iemand op slechte voet te staan
  • faire mal à quelqu'un
    iemand kwaad doen
  • Honi soit qui mal y pense
    Schaam je voor iedereen die er kwaad over denkt. / Deze persoon heeft verborgen kwade bedoelingen.
  • mal du siècle
    world-moeheid
  • ne voir aucun mal à quelque koos
    om niets kwaad te doen
  • niet zonder mal
    niet zonder moeite
  • op n'a rien sans mal
    je kunt niet voor niets iets krijgen
  • pas mal
    niet slecht
  • pas mal (de)
    best veel van)
  • prendre la heeft mal gekozen
    om het slecht te nemen
  • rendre le bien pour le mal
    om goed voor kwaad terug te keren
  • se faire mal / Je me suis fait mal au pied.
    zichzelf pijn doen / ik heb mijn voet bezeerd.
  • se donner du mal
    hard werken
  • se donne un mal de chien à faire
    voorover buigen om te doen
  • s'y prendre mal
    om slecht werk te doen; om iets slecht aan te pakken