Vervoeging van 'Entender'

entendre, wat meestal betekent 'begrijpen', is een veel voorkomend stamveranderend werkwoord. De enige verandering ten opzichte van de normale vervoeging is dat wanneer de -e- van de stengel wordt benadrukt wordt het -d.w.z-.

Andere werkwoorden (en algemene definities) volgens dit patroon zijn onder meer beklimmer (klimmen), atender (bij te wonen), verdediger (om te verdedigen of te beschermen), afdaalapparaat (om naar beneden te gaan), en perder (verliezen).

Onregelmatige vormen worden hieronder vetgedrukt weergegeven. Vertalingen worden gegeven als leidraad en in het echte leven kan variëren met de context.

Infinitief van entendre

entendre (begrijpen)

Gerund van entendre

entendiendo (begrip)

Deelwoord van entendre

entendido (Duidelijk)

Aanwezig indicatief voor entendre

yo entiendo, tú entiendes, usted / él / ella entiende, nosotros / as entendemos, vosotros / as entendéis, ustedes / ellos / ellas entienden (Ik begrijp het, u begrijpt het, hij begrijpt het, enz.)

Preterite van entendre

yo entendí, tú entendiste, usted / él / ella entendió, nosotros / as entendimos, vosotros / as entendisteis, ustedes / ellos / ellas entendieron (ik begreep, je begreep, ze begreep, enz.)

Onvolmaakt Indicatief voor entendre

yo entendía, tú entendías, usted / él / ella entendía, nosotros / as entendíamos, vosotros / as entendíais, ustedes / ellos / ellas entendía (ik begreep altijd, u begreep het, hij begreep het altijd, enz.)

Toekomstig indicatief voor entendre

yo entenderé, tú entenderás, usted / él / ella entenderá, nosotros / as entenderemos, vosotros / as entenderéis, ustedes / ellos / ellas entenderán (ik begrijp het, je zult het begrijpen, hij zal het begrijpen, etc.)

Voorwaardelijk van entendre

yo entendería, tú entenderías, usted / él / ella entendería, nosotros / as entenderíamos, vosotros / as entenderíais, ustedes / ellos / ellas entenderían (ik zou het begrijpen, je zou het begrijpen, ze zou het begrijpen, enz.)

Aanwezig conjunctief van entendre

que yo entienda, que tú entiendas, que usted / él / ella entienda, que nosotros / as entendamos, que vosotros / as entendáis, que ustedes / ellos / ellas entiendan (dat ik begrijp, dat u begrijpt, dat zij begrijpt, etc.)