Het aantal keren dat we het hebben over iets doen of iets maken, is er in overvloed, waardoor "fare", het werkwoord dat deze twee definities vertegenwoordigt, een must-know is. Gebruik dit artikel om te leren hoe het in al zijn tijden te vervoegen en lees de voorbeelden, zodat u een idee kunt krijgen hoe het te gebruiken.
Dit is vooral belangrijk omdat 'tarief' een van die werkwoorden in het Italiaans is die niet goed in het Engels vertalen. Er zijn veel idiomatische uitdrukkingen mee, dus let daar goed op.
Il presente
io faccio | noi facciamo |
tu fai | voi lot |
lui, lei, Lei fa | Essi, Loro fanno |
Esempi:
Il passato prossimo
io ho fatto | noi abbiamo fatto |
tu hai fatto | voi avete fatto |
lui, lei, Lei, ha fatto | loro, Loro hanno fatto |
Esempi:
L'imperfetto
io facevo | noi facevamo |
tu facevi | voi facevate |
lui, lei, Lei faceva | loro, Loro facevano |
Esempi: