3 manieren om de toekomst in het Spaans te bespreken

Het is normaal om aan te nemen dat als je in het Spaans wilt praten over iets dat in de toekomst zal gebeuren, je de toekomstige tijd van het werkwoord zou gebruiken. Net als in het Engels zijn er echter andere manieren om over toekomstige gebeurtenissen te vertellen. Het verschil is dat in het Spaans die andere manieren om de toekomst uit te drukken zo gewoon zijn dat de toekomende tijd vaak wordt gebruikt voor andere doeleinden dan het bespreken van de toekomst.

Hier zijn dan de drie meest voorkomende manieren om over toekomstige gebeurtenissen te vertellen.

De tegenwoordige tijd gebruiken

Net als in het Engels, en vooral in informeel gebruik, kan de tegenwoordige tijd worden gebruikt bij het bespreken van een aanstaande gebeurtenis. Salimos mañana, we vertrekken morgen (of we vertrekken morgen). Te llamo esta tarde, Ik bel je (of, ik zal je bellen) vanmiddag.

In het Spaans moet de tijdsperiode worden aangegeven (direct of door de context) wanneer de tegenwoordige tijd wordt gebruikt om naar de toekomst te verwijzen. De 'huidige toekomst' wordt het meest gebruikt voor evenementen die in de nabije toekomst plaatsvinden en die zeker of gepland zijn.

Ir A en Infinitief

 Een veel voorkomende manier om de toekomst uit te drukken is om de tegenwoordige tijd van te gebruiken ir (om te gaan), gevolgd door een en de infinitief. Het is het equivalent van "naar ... gaan" in het Engels en wordt in principe op dezelfde manier gebruikt. Voy a comer, ik ga eten. Va a comprar la casa, hij gaat het huis kopen. Vamos een salir, we gaan vertrekken. Dit gebruik van ir a is zo gebruikelijk dat door sommige sprekers er soms aan wordt gedacht als de toekomende tijd, en in sommige gebieden heeft het de vervoegde toekomende tijd voor het praten over de toekomst vrijwel vervangen.

Deze manier van uitdrukking geven aan de toekomst heeft het voordeel dat het buitengewoon gemakkelijk te leren is. Leer eenvoudig de vervoeging van de tegenwoordige indicatieve tijd van ir, en je zult het onder de knie hebben.

The Conjugated Future Tense

Wanneer gebruikt om over de toekomst te praten, is de vervoegde toekomende tijd het equivalent in het Engels van het zeggen van "zal" gevolgd door het werkwoord. Saldremos mañana, we zullen morgen vertrekken. Comeré la hamburguesa, Ik zal de hamburger eten. Dit gebruik van de toekomende tijd komt waarschijnlijk vaker voor bij het schrijven dan bij de dagelijkse spraak.