Een elektromagneet is een apparaat waarin een magnetisch veld wordt geproduceerd door een elektrische stroom.
De Britse elektrotechnisch ingenieur William Sturgeon, een voormalige soldaat die op 37-jarige leeftijd begon te knoeien in de wetenschappen, vond de elektromagneet uit in 1825. Het apparaat van Sturgeon kwam slechts vijf jaar nadat een Deense wetenschapper ontdekte dat elektriciteit magnetische golven uitzond. Steur maakte gebruik van dit idee en toonde overtuigend aan dat hoe sterker de elektrische stroom, hoe sterker de magnetische kracht.
De eerste elektromagneet die hij bouwde, was een hoefijzervormig stuk ijzer dat was omwikkeld met een losjes gewikkelde spoel van verschillende windingen. Wanneer een stroom door de spoel werd geleid, werd de elektromagneet gemagnetiseerd en toen de stroom werd gestopt, werd de spoel gedemagnetiseerd. Steur toonde zijn kracht door negen pond op te tillen met een stuk ijzer van 7 ounce omwikkeld met draden waardoor de stroom van een batterij met één cel werd gestuurd.
Steur kan zijn elektromagneet regelen, dat wil zeggen, het magnetische veld kan worden aangepast door de elektrische stroom aan te passen. Dit was het begin van het gebruik van elektrische energie voor het maken van bruikbare en bestuurbare machines en legde de basis voor grootschalige elektronische communicatie.
Vijf jaar later maakte een Amerikaanse uitvinder genaamd Joseph Henry (1797 tot 1878) een veel krachtigere versie van de elektromagneet. Henry demonstreerde het potentieel van het apparaat van Sturgeon voor communicatie over lange afstand door een elektronische stroom over een draaddraad te sturen om een elektromagneet te activeren die een bel deed slaan. Zo werd de elektrische telegraaf geboren.
Na zijn doorbraak gaf William Sturgeon les, gaf hij lezingen, schreef hij en bleef hij experimenteren. Tegen 1832 had hij een elektromotor gebouwd en de commutator uitgevonden, een integraal onderdeel van de meeste moderne elektromotoren, waarmee de stroom kan worden omgekeerd om koppel te helpen creëren. In 1836 richtte hij het tijdschrift 'Annals of Electricity' op, startte hij de Electrical Society of London en vond een galvanometer met een opgeschorte spoel uit om elektrische stromen te detecteren.
Hij verhuisde naar Manchester in 1840 om te werken bij de Victoria Gallery of Practical Science. Dat project mislukte vier jaar later, en vanaf dat moment maakte hij zijn levende lezingen en het geven van demonstraties. Voor een man die zoveel wetenschap gaf, verdiende hij er blijkbaar weinig voor. In slechte gezondheid en met weinig geld bracht hij zijn laatste dagen door in barre omstandigheden. Hij stierf op 4 december 1850 in Manchester.