In Canada wordt de eretitel van Queen's Counsel of QC gebruikt om Canadese advocaten te erkennen voor uitzonderlijke verdiensten en bijdragen aan de advocatuur. De benoemingen van de Queen's Counsel worden formeel gedaan door de provinciale luitenant-gouverneur van leden van de balie van de betreffende provincie, op aanbeveling van de provinciale procureur-generaal.
De praktijk van het maken van afspraken met Queen's Counsel is niet consistent in Canada en de subsidiabiliteitscriteria variëren. Hervormingen hebben getracht de prijs te depolitiseren, waardoor het een erkenning van verdienste en dienstverlening aan de gemeenschap werd. Commissies samengesteld uit vertegenwoordigers van de bench en de bar screen kandidaten en adviseren de relevante procureur-generaal over benoemingen.
Landelijk stopte de Canadese regering met de benoemingen van de federale Queen's Counsel in 1993, maar hervatte de praktijk in 2013. Quebec stopte met het maken van Queen's Counsel-afspraken in 1976, net als Ontario in 1985 en Manitoba in 2001.
Queen's Counsel blijft een erepositie in British Columbia. Volgens de Queen's Counsel Act worden benoemingen jaarlijks gemaakt door de luitenant-gouverneur in de Raad op aanbeveling van de procureur-generaal. Nominaties worden verzonden naar de procureur-generaal van de rechterlijke macht, de Law Society of B.C., de B.C. Bijkantoor van de Canadian Bar Association en de Trial Lawyers Association. Genomineerden moeten ten minste vijf jaar lid zijn van de balie van British Columbia.
Aanvragen worden beoordeeld door de B.C. Queen's Counsel adviescommissie. De commissie bestaat uit de Chief Justices van British Columbia, de Chief Justice van het Supreme Court van British Columbia, de Chief Judge van het Provincial Court, twee leden van de Law Society benoemd door de benchers, de president van de Canadian Bar Association, B.C. Branch en de plaatsvervangend procureur-generaal.