De term "getto met roze kraag" betekent dat veel vrouwen vastzitten in bepaalde banen, meestal laagbetaalde banen, en meestal vanwege hun geslacht. 'Ghetto' wordt figuurlijk gebruikt om een gebied op te roepen waar mensen worden gemarginaliseerd, vaak om economische en sociale redenen. "Roze kraag" duidt banen aan die historisch alleen in handen zijn van vrouwen (dienstmeisje, secretaresse, serveerster, enz.)
De Women's Liberation Movement bracht in de jaren zeventig veel veranderingen teweeg voor de acceptatie van vrouwen op de werkplek. Sociologen hebben echter nog steeds personeel met een roze kraag waargenomen en vrouwen verdienden nog steeds niet zoveel als mannen in het algemeen. De term roze-kraaggetto weerspiegelde deze discrepantie en onthulde een van de belangrijkste manieren waarop vrouwen een achterstand hadden in de samenleving.
Sociologen en feministische theoretici die schreven over het personeel met de roze kraag, merkten op dat banen met de roze kraag vaak minder onderwijs vereisten en minder betaalden dan kantoorpersoneel, maar ook minder betaalden dan de banen die gewoonlijk door mannen worden vervuld. De arbeidersbanen (bouw, mijnbouw, productie, enz.) Vereisten minder formeel onderwijs dan bedienden, maar de mannen met arbeidersbanen waren vaak vakbond en hadden de neiging een beter loon te ontvangen dan de vrouwen die in het roze zaten -kraag getto.
De uitdrukking werd gebruikt in een werk uit 1983 van Karin Stallard, Barbara Ehrenreich en Holly Sklar genaamd Armoede in de Amerikaanse droom: eerst vrouwen en kinderen. De auteurs analyseerden de "feminisering van armoede" en het feit dat het toegenomen aantal vrouwen in de beroepsbevolking grotendeels dezelfde banen had als in de vorige eeuw..