Een monarchie is een regeringsvorm waarin de totale soevereiniteit wordt geïnvesteerd in één persoon, een staatshoofd dat een monarch wordt genoemd, die de functie bekleedt tot de dood of troonsafstand. Monarchen bekleden gewoonlijk hun positie en bereiken deze via het recht van erfopvolging (ze waren bijvoorbeeld verwant, vaak de zoon of dochter, van de vorige monarch), hoewel er electieve monarchieën zijn geweest, waar de monarch de positie bekleedt na te zijn gekozen: het pausdom wordt soms een electieve monarchie genoemd.
Er zijn ook erfelijke heersers geweest die niet als vorsten werden beschouwd, zoals de stadhouders van Holland. Veel vorsten hebben religieuze redenen ingeroepen, zoals door God gekozen, als een rechtvaardiging voor hun heerschappij. Rechtbanken worden vaak beschouwd als een belangrijk aspect van monarchieën. Deze vinden plaats rond de vorsten en bieden een sociale ontmoetingsplaats voor vorst en adel.
Mannelijke vorsten worden vaak koningen genoemd, en vrouwelijke koninginnen, maar vorstendommen, waar prinsen en prinsessen heersen door erfelijk recht, worden soms aangeduid als monarchieën, net als rijken onder leiding van keizers en keizerinnen.
De hoeveelheid macht die een vorst bezit, varieerde in tijd en situatie, met een groot deel van de Europese nationale geschiedenis die een machtsstrijd omvat tussen de vorst en hun adel en onderdanen. Aan de ene kant heb je de absolute monarchieën van de vroegmoderne tijd, het beste voorbeeld is de Franse koning Lodewijk XIV, waar de monarch (in theorie tenminste) totale macht had over alles wat ze wilden. Anderzijds heb je constitutionele monarchieën waar de monarch nu weinig meer is dan een boegbeeld en de meerderheid van de macht berust bij andere vormen van bestuur. Er is traditioneel slechts één monarch per monarchie tegelijk, hoewel in Groot-Brittannië koning William en Queen Mary tegelijkertijd regeerden tussen 1689 en 1694. Wanneer een monarch wordt beschouwd als te jong of te ziek om volledige controle over hun ambt te nemen of afwezig is (misschien op kruistocht) regeert een regent (of een groep regenten) in hun plaats.
Monarchieën werden vaak geboren uit verenigd militair leiderschap, waar succesvolle commandanten hun macht veranderden in iets erfelijks. De Germaanse stammen van de eerste paar eeuwen CE worden verondersteld op deze manier te zijn verenigd, als volkeren gegroepeerd onder charismatische en succesvolle oorlogsleiders, die hun macht versterkten, mogelijk aanvankelijk Romeinse titels aannemend en vervolgens opkomend als koningen.
Monarchieën waren de dominante regeringsvorm onder Europese landen vanaf het einde van het Romeinse tijdperk tot rond de achttiende eeuw (hoewel sommige mensen de Romeinse keizers als monarchen beschouwen). Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen de oudere monarchieën van Europa en de 'nieuwe monarchieën' van de zestiende eeuw en later (heersers zoals koning Henry VIII van Engeland), waar de organisatie van staande legers en overzeese rijken grote bureaucratieën vereiste voor een betere belastinginning en controle, waardoor projecties van macht mogelijk worden die veel hoger zijn dan die van de oude vorsten. Absolutisme was op zijn hoogtepunt in deze tijd.
Na het absolute tijdperk vond een republikeinse periode plaats, waarin seculier en verlichtingsdenken, inclusief de concepten van individuele rechten en zelfbeschikking, de beweringen van de vorsten ondermijnden. Een nieuwe vorm van "nationalistische monarchie" ontstond ook in de achttiende eeuw, waarbij een enkele krachtige en erfelijke monarch regeerde namens het volk om hun onafhankelijkheid te waarborgen, in tegenstelling tot uitbreiding van de macht en de bezittingen van de monarch zelf (het koninkrijk dat toebehoorde aan de monarch). Daarentegen was de ontwikkeling van de constitutionele monarchie, waar de macht van de monarch langzaam werd doorgegeven aan andere, meer democratische regeringsorganen. Meer gebruikelijk was de vervanging van de monarchie door een republikeinse regering binnen de staat, zoals de Franse revolutie van 1789 in Frankrijk.
Op dit moment bestaan er slechts 11 of 12 Europese monarchieën, afhankelijk van of u Vaticaanstad meetelt: zeven koninkrijken, drie vorstendommen, een groot hertogdom en de electieve monarchie van het Vaticaan.
Kingdoms (Kings / Queens)
Vorsten (Prinsen / Prinsessen)
Groothertogdom (Groothertogen / Groothertogin ')