Softbal is een variant van honkbal en een populaire sport voor deelnemers, met name in de VS. Ongeveer 40 miljoen Amerikanen spelen een spelletje softbal in een bepaald jaar. Het spel dankt zijn ontwikkeling echter volledig aan een andere sport: voetbal.
George Hancock, een verslaggever voor de Chicago Board of Trade, wordt gecrediteerd voor het uitvinden van softbal in 1887. Dat jaar kwam Hancock op Thanksgiving samen met een paar vrienden in de Farragut Boat Club in Chicago om de wedstrijd Yale vs. Harvard te bekijken. De vrienden waren een mix van Yale en Harvard-alumni en een van de Yale-aanhangers gooide een bokshandschoen naar een Harvard-alumnus in triomf. De Harvard-supporter zwaaide met een stok die hij destijds vasthield aan de handschoen. Het spel was snel begonnen, met deelnemers die de handschoen gebruikten voor een bal en een bezemsteel voor de vleermuis.
Het spel verspreidde zich snel van de comfortabele grenzen van de Farragut Boat Club naar andere overdekte arena's. Met de komst van de lente ging het naar buiten. Mensen begonnen softbal te spelen in heel Chicago, en vervolgens overal in de Midwest. Maar de game had nog steeds geen naam. Sommigen noemden het 'indoor honkbal' of 'diamanten bal'. Echte honkbalfanatici dachten niet veel aan het spel en hun namen ervoor, zoals 'kittenhonkbal', 'pompoenbal' en 'brijbal' weerspiegelden hun minachting.
De game werd voor het eerst softbal genoemd tijdens de National Recreation Congress-bijeenkomst in 1926. De naam gaat naar Walter Hakanson, die de YMCA vertegenwoordigde tijdens de bijeenkomst. Het zat vast.
De Farragut Boat Club vond de eerste softbalregels vrij snel uit. In de beginjaren was er weinig continuïteit van spel tot spel. Het aantal spelers in elk team kan van spel tot spel verschillen. De ballen zelf hadden verschillende vormen en maten. Ten slotte werden in 1934 meer officiële regels vastgesteld door het nieuw gevormde Joint Rules Committee on Softball.
De eerste softballen waren naar verluidt ongeveer 16 centimeter in omtrek. Ze krimpen uiteindelijk tot 12 centimeter toen Lewis Rober Sr. softbal introduceerde aan een groep brandweerlieden in Minneapolis. Tegenwoordig zijn softballen nog kleiner, variërend van ongeveer 10 tot 12 inch.
Volgens de International Softball Federation, die werd opgericht in 1952, moeten teams nu uit negen spelers bestaan die zeven posities op het veld bemannen. Dit omvat de eerste honkman, tweede honkman, derde honkman, werper, catcher en outfielder. Er zijn eigenlijk drie outfielders in het midden, rechts en links veld. Slow-pitch softbal, een variatie op het spel, zorgt voor een vierde outfielder.
De meeste softbalregels zijn vergelijkbaar met die voor honkbal, maar er zijn meestal slechts zeven in plaats van negen innings. Als de score gelijk is, gaat het spel door totdat één team wint. Vier ballen zijn een vrije loop en drie slagen betekenen dat je eruit bent. Maar in sommige competities slaan spelers aan met een slag en een bal die al tegen hen is. Bunting en stelen van bases zijn meestal niet toegestaan.
Fast-pitch softbal voor dames werd een officiële sport van de Olympische Zomerspelen in 1996, maar werd in 2012 gedropt. Toch heeft dat miljoenen enthousiastelingen in de VS en meer dan honderd andere landen er niet van weerhouden de sport te beoefenen.