Archeologen vonden de oudste bekende sluis in de ruïnes van het Khorsabad-paleis in de buurt van Nineve. Het slot werd geschat op 4.000 jaar oud. Het was een voorloper van een pin-tumbler-type slot en voor die tijd een gewoon Egyptisch slot. Dit slot werkte met een grote houten bout om een deur te beveiligen, die een gleuf had met verschillende gaten in het bovenste oppervlak. De gaten waren gevuld met houten pennen waardoor de bout niet kon worden geopend.
Het bewaakte slot was ook aanwezig vanaf de vroege tijden en blijft het meest herkenbare slot- en sleutelontwerp in de westerse wereld. De eerste volledig metalen sloten verschenen tussen de jaren 870 en 900 en worden toegeschreven aan de Engelsen.
Welgestelde Romeinen bewaarden hun waardevolle spullen vaak in veilige dozen binnen hun huishoudens en droegen de sleutels als ringen aan hun vingers.
Tijdens de periode van de 18e en 19e eeuw - gedeeltelijk aan het begin van de industriële revolutie - werden er veel technische ontwikkelingen doorgevoerd in de vergrendelingsmechanismen die bijdroegen aan de beveiliging van gemeenschappelijke vergrendelingsapparaten. In deze periode veranderde Amerika van het importeren van deurhardware naar productie en zelfs het exporteren van sommige.
Het vroegste patent voor een dubbelwerkende pin tumbler lock werd verleend aan de Amerikaanse arts Abraham O. Stansbury in Engeland in 1805, maar de moderne versie, nog steeds in gebruik vandaag, werd uitgevonden door American Linus Yale, Sr. in 1848. Maar andere beroemde slotenmakers patenteerden hun slot ontworpen voor en na Linus.
De eerste serieuze poging om de beveiliging van de sluis te verbeteren, werd in 1778 in Engeland gedaan. Robert Barron patenteerde een dubbelwerkend tuimelslot.
Joseph Bramah patenteerde het veiligheidsslot in 1784. Bramah's slot werd als niet-klikbaar beschouwd. De uitvinder maakte vervolgens een hydrostatische machine, een bierpomp, de vierkranen, een quill-sharpener, een werkende schaafmachine en meer.
In 1857 vond James Sargent 's werelds eerste succesvolle sleutel-veranderbare combinatieslot uit. Zijn slot werd populair bij veilige fabrikanten en het Treasury Department van de Verenigde Staten. In 1873 patenteerde Sargent een tijdvergrendelingsmechanisme dat het prototype werd van degenen die in hedendaagse bankkluizen worden gebruikt.
De heer Samuel Segal (voormalig politieman in New York City) vond in 1916 de eerste jimmy-proof sloten uit. Segal heeft meer dan vijfentwintig patenten.
Soref richtte in 1921 de Master Lock Company op en patenteerde een verbeterd hangslot. In april 1924 ontving hij een patent (VS # 1.490.987) voor zijn nieuwe slotbehuizing. Soref maakte een hangslot dat zowel sterk als goedkoop was met behulp van een koffer opgebouwd uit lagen metaal, zoals de deuren van een bankkluis. Hij ontwierp zijn hangslot met gelamineerd staal.
Linus Yale vond in 1848 een pin-tumbler-slot uit. Zijn zoon verbeterde zijn lock met een kleinere, platte sleutel met gekartelde randen die de basis vormt van de moderne pin-tumbler-sloten.
De Amerikaan Linus Yale Jr. was een machinebouwer en slotenfabrikant die in 1861 patent had op een cilinderslot met cilinderslot. Yale vond het moderne combinatieslot uit in 1862.