De grote rivaliteit tussen nomaden en bezette mensen in Azië

De relatie tussen gevestigde volkeren en nomaden is sinds de uitvinding van de landbouw en de eerste vorming van dorpen en steden een van de grote motoren geweest die de menselijke geschiedenis aansturen. Het heeft zich het meest groots afgespeeld over de uitgestrekte uitgestrektheid van Azië.

De Noord-Afrikaanse historicus en filosoof Ibn Khaldun (1332-1406) schrijft over de tweedeling tussen stedelingen en nomaden in 'De Muqaddimah'. Hij beweert dat nomaden woest zijn en lijken op wilde dieren, maar ook moediger en zuiverder van hart dan stadsbewoners. 

"Sedentaire mensen houden zich veel bezig met allerlei geneugten. Ze zijn gewend aan luxe en succes in wereldse bezigheden en aan verwennerij in wereldse verlangens." 

Nomaden gaan daarentegen 'alleen de woestijn in, geleid door hun standvastigheid en vertrouwen op zichzelf. Fortitude is een karaktereigenschap van hen geworden, en moed van nature.'

Naburige groepen nomaden en gevestigde mensen kunnen bloedlijnen delen en zelfs een gemeenschappelijke taal, zoals met Arabisch sprekende bedoeïenen en hun geciteerde neven en nichten. Door de Aziatische geschiedenis heen hebben hun enorm verschillende levensstijlen en culturen echter geleid tot zowel periodes van handel als tijden van conflict.

Handel tussen nomaden en steden

In vergelijking met stedelingen en boeren hebben nomaden relatief weinig materiële bezittingen. Artikelen die ze moeten verhandelen, kunnen bont, vlees, zuivelproducten en vee (zoals paarden) zijn. Ze hebben metalen goederen nodig, zoals kookpotten, messen, naalden en wapens, evenals granen of fruit, stoffen en andere producten van zittend leven. Lichtgewicht luxe artikelen, zoals sieraden en zijde, kunnen ook van grote waarde zijn in nomadische culturen. Er is dus een natuurlijk handelsevenwicht tussen de twee groepen. Nomaden hebben vaak behoefte aan of willen meer van de goederen die gevestigde mensen produceren dan andersom.

Nomadische mensen hebben vaak gediend als handelaars of gidsen om consumptiegoederen te verdienen van hun gevestigde buren. Overal langs de zijderoute die Azië overspande, waren leden van verschillende nomadische of semi-nomadische volkeren zoals de Parthen, de Hui en de Sogdians gespecialiseerd in het leiden van caravans over de steppen en woestijnen van het binnenland. Ze verkochten de goederen in de steden China, India, Perzië en Turkije. Op het Arabische schiereiland was de profeet Mohammed zelf een handelaar en karavaanleider tijdens zijn vroege volwassenheid. Handelaren en kameelrijders dienden als bruggen tussen de nomadische culturen en de steden, waarbij ze zich tussen de twee werelden bewogen en materiële rijkdom terugbrachten naar hun nomadische families of clans.

In sommige gevallen vestigden gevestigde rijken handelsrelaties met naburige nomadische stammen. China organiseerde deze relaties vaak als een eerbetoon. In ruil voor het erkennen van de heerschappij van de Chinese keizer, zou een nomadische leider zijn volksgoederen kunnen inruilen voor Chinese producten. Tijdens het vroege Han-tijdperk vormden de nomadische Xiongnu zo'n enorme dreiging dat de zijrivierrelatie in de tegenovergestelde richting liep: de Chinezen stuurden eerbetoon en Chinese prinsessen naar de Xiongnu in ruil voor een garantie dat de nomaden geen Han-steden zouden aanvallen.

Conflicten tussen bezette mensen en nomaden

Toen de handelsrelaties uit elkaar gingen, of een nieuwe nomadische stam een ​​gebied binnenkwam, brak er een conflict uit. Dit kan de vorm aannemen van kleine aanvallen op afgelegen boerderijen of niet-versterkte nederzettingen. In extreme gevallen vielen hele rijken ten val. Conflict zette de organisatie en middelen van de gevestigde bevolking af tegen de mobiliteit en moed van de nomaden. De gevestigde mensen hadden vaak dikke muren en zware kanonnen aan hun zijde. De nomaden profiteerden van het feit dat ze heel weinig te verliezen hadden.

In sommige gevallen verloren beide partijen toen de nomaden en stadsbewoners met elkaar botsten. De Han-Chinezen slaagden erin de Xiongnu-staat in 89 te vernietigen, maar de kosten van de strijd tegen de nomaden brachten de Han-dynastie in een onomkeerbare achteruitgang. 

In andere gevallen gaf de wreedheid van de nomaden hen de macht over enorme stukken land en talloze steden. Genghis Khan en de Mongolen bouwden het grootste landimperium in de geschiedenis, gemotiveerd door woede over een belediging van de Emir van Buchara en door het verlangen naar buit. Sommige afstammelingen van Genghis, waaronder Timur (Tamerlane), bouwden even indrukwekkende verslagen van verovering. Ondanks hun muren en artillerie vielen de steden van Eurazië in handen van ruiters gewapend met bogen. 

Soms waren de nomadische volkeren zo bedreven in het veroveren van steden dat zij zelf de keizers van gevestigde beschavingen werden. De Mughal-keizers van India stammen af ​​van Genghis Khan en van Timur, maar zij vestigden zich in Delhi en Agra en werden stadsbewoners. Ze werden niet decadent en corrupt door de derde generatie, zoals Ibn Khaldun voorspelde, maar ze gingen wel snel genoeg achteruit.

Nomadisme vandaag

Naarmate de wereld meer bevolkt wordt, nemen nederzettingen open plekken over en omzomen ze in de enkele overgebleven nomadische volkeren. Van de ongeveer zeven miljard mensen op aarde zijn er momenteel naar schatting 30 miljoen nomadisch of semi-nomadisch. Veel van de resterende nomaden wonen in Azië.

Ongeveer 40 procent van de drie miljoen mensen in Mongolië is nomadisch. In Tibet zijn 30 procent van de etnische Tibetanen nomaden. Over de hele Arabische wereld leven 21 miljoen bedoeïenen hun traditionele levensstijl. In Pakistan en Afghanistan blijven 1,5 miljoen van de Kuchi-bevolking als nomaden leven. Ondanks de inspanningen van de Sovjets blijven honderdduizenden mensen in Tuva, Kirgizië en Kazachstan in yurts leven en de kuddes volgen. De Raute-bevolking van Nepal handhaaft ook hun nomadische cultuur, hoewel hun aantal is gedaald tot ongeveer 650.

Op dit moment lijkt het erop dat de vestigingskrachten de nomaden over de hele wereld effectief uitpersen. De machtsverhoudingen tussen stadsbewoners en zwervers zijn in het verleden echter ontelbare keren veranderd. Wie kan zeggen wat de toekomst in petto heeft?