The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald, gepubliceerd in 1925, wordt vaak bestudeerd in Amerikaanse literatuurlokalen (universiteit en middelbare school). Fitzgerald gebruikte veel van de gebeurtenissen uit zijn vroege leven in deze semi-autobiografische roman. Hij was al financieel succesvol geworden met de publicatie van Deze kant van het paradijs in 1920. Het boek staat op de lijst van de 100 beste romans van de 20e eeuw in de moderne bibliotheek.
Uitgever Arthur Misener schreef: "I think it (The Great Gatsby) is onvergelijkbaar het beste stuk werk dat je hebt gedaan. "Natuurlijk zei hij ook dat de roman" ietwat triviaal was, dat het zich uiteindelijk reduceert tot een zoon van anekdote. "Enkele van de elementen die de bijval van het boek was ook de bron van kritiek, maar het werd (en wordt nog steeds) door velen beschouwd als een van de grote meesterwerken van die periode en een van de grote Amerikaanse romans.
The Great Gatsby is meestal de roman waarvoor F. Scott Fitzgerald het best wordt herinnerd. Met dit en andere werken smeedde Fitzgerald zijn plaats in de Amerikaanse literatuur als chroniqueur van de Jazz Age of the 1920's. De roman, geschreven in 1925, is een momentopname van de tijdsperiode. We ervaren de glinsterende wereld van rijken met de bijbehorende leegte van moreel vervallen hypocrisie. Gatsby vertegenwoordigt zoveel dat verleidelijk is, maar zijn streven naar passie - ten koste van al het andere - leidt hem naar zijn eigen ultieme vernietiging.
Fitzgerald schrijft: "Ik wilde door de zachte schemering naar het oosten lopen, maar telkens als ik probeerde te gaan, raakte ik verstrikt in een wild, schril argument dat me als met touwen terug in mijn stoel trok. Maar hoog boven de stad moet onze rij gele ramen hun aandeel in het geheim van de mens hebben bijgedragen aan de informele kijker in de donkere straten ... Ik zag hem ook opkijken en zich afvragen. Ik was binnen en buiten. "
Voelt u zich ooit "van binnen en van buiten"? Wat denk je dat het betekent?