De woorden gepast en seizoensgebonden beide hebben betrekking op de seizoenen van het jaar, maar hun betekenis is niet helemaal hetzelfde. Het bijvoeglijk naamwoord gepast betekent gebruikelijk of geschikt voor een bepaald seizoen van het jaar; die op een geschikt tijdstip plaatsvindt.
Het bijvoeglijk naamwoord seizoensgebonden betekent gerelateerd aan, afhankelijk van of kenmerkend voor een bepaald seizoen van het jaar. Zie Gebruiksnotities hieronder.
Voorbeelden
Na twee jaar van ernstige droogte hebben we eindelijk genoten gepast weer deze zomer.
Het oude Engelse lied "John Barleycorn Must Die" beschrijft het seizoensgebonden ritueel van het omzetten van graan in bier.
Gebruiksnotities
"Warmte en luchtvochtigheid zijn hier in de zomer seizoensgebonden betekent 'ze zijn normaal voor dit seizoen van het jaar.' Sentimentaliteit is seizoensgebonden met Kerstmis betekent 'het is typisch of kenmerkend voor kerstseizoenen.' gepast kan ook 'opportuun' of 'in de tijd' betekenen, zoals in Hun aankomst was seizoensgebonden, precies toen we er op hoopten. Als mensen aankomen seasonably, ze zijn op tijd of zelfs een beetje vroeg; als ze aankomen seizoen, ze bezoeken jaarlijks ongeveer hetzelfde seizoen van het jaar. Nooit gebruiken gepast voor seizoensgebonden (de andere mogelijke verwarring komt bijna nooit voor.) Onredelijk, ongebruikelijk, ongebruikelijk, en unseasonally zijn precieze antoniemen van seizoensgebonden, seizoensgebonden, seizoensgebonden, en seizoen respectievelijk." (Kenneth G. Wilson, De Columbia Guide to Standard American English. Columbia University Press, 1993)
"seizoensgebonden wordt veel vaker gebruikt dan gepast. EEN seizoensgebonden taak is er een die alleen beschikbaar is op een bepaalde tijd van het jaar: seizoensgebonden werkgelegenheid zoals ijsjes verkopen in de zomer. EEN seizoensgebonden verandering is er een die plaatsvindt op een bepaalde tijd van het jaar: Rekening houdend met seizoensgebonden factoren daalde de werkloosheid vorige maand licht." (Martin H. Manser, Woordenboek van Engelse spelling. Wordsworth, 1999)
"Als je het over winter, lente, zomer of herfst hebt, praat je seizoensgebonden; alleen als je het hebt over wat goed en juist is voor die tijden, heb je het recht om te gebruiken gepast." (William Safire, Het juiste woord op de juiste plaats op het juiste moment. Simon & Schuster, 2004)
Praktijk
(a) Het ontbreken van _____ kleding was een van de grootste ontberingen die de kinderen van de grens ervaren. (b) In het begin van de negentiende eeuw was de schaal van _____ migratie van Ierland naar Groot-Brittannië tijdens het oogstseizoen aanzienlijk toegenomen.
antwoorden
(a) Het ontbreken van gepast kleding was een van de grootste ontberingen van de kinderen van de grens. (b) In het begin van de negentiende eeuw was de schaal aanzienlijk toegenomen seizoensgebonden migratie van Ierland naar Groot-Brittannië tijdens het oogstseizoen.