Een van de oproepen van de poëzie van Robert Frost is dat hij op een manier schrijft die iedereen kan begrijpen. Zijn informele toon vangt het dagelijkse leven in poëtisch vers en "The Pasture" is een perfect voorbeeld.
"The Pasture" werd oorspronkelijk gepubliceerd als het inleidende gedicht in de eerste Amerikaanse collectie van Robert Frost, Ten noorden van Boston. Frost zelf koos het vaak om zijn lezingen te leiden.
Hij gebruikte het gedicht om zichzelf voor te stellen en het publiek uit te nodigen om mee te gaan op zijn reis. Dit is een doel waarvoor het gedicht perfect geschikt is, want dat is het: een vriendelijke, intieme uitnodiging.
"The Pasture" is een korte spreektaal - slechts twee kwatrijnen - geschreven in de stem van een boer die hardop nadenkt over wat hij gaat doen:
“… Maak de weideveer schoon
… Hark de bladeren weg ”
Dan ontdekt hij een andere mogelijkheid tussen haakjes:
“(En wacht tot het water helder is, ik mag)”
En aan het einde van de eerste strofe komt hij bij de uitnodiging, bijna een bijzaak:
'Ik zal niet lang wegblijven. - Jij ook. "
Het tweede en laatste kwatrijn van dit kleine gedicht breidt de interactie van de boer met de natuurlijke elementen van de boerderij uit met zijn vee:
“… Het kleine kalf
Dat staat bij de moeder. '
En dan keert de kleine toespraak van de boer terug naar dezelfde uitnodiging, nadat hij ons volledig in de persoonlijke wereld van de spreker heeft getrokken.
Wanneer de lijnen samenkomen, is het volledige beeld geschilderd. De lezer wordt in de lente naar het bedrijf gebracht, het nieuwe leven en de taken die de boer helemaal niet erg lijkt te vinden.
Het is net zoals we misschien de pijn van een lange winter voelen volgen: het vermogen om eruit te komen en te genieten van het seizoen van wedergeboorte, ongeacht de taak die voor ons ligt. Frost herinnert ons aan die simpele geneugten in het leven.
Ik ga de weidelente schoonmaken;
Ik zal alleen stoppen om de bladeren weg te harken
(En wacht tot het water helder is, ik mag):
Ik zal niet lang weg zijn. - Jij ook.
Ik ga het kleine kalf halen
Dat staat bij de moeder. Het is zo jong,
Het wankelt wanneer ze het met haar tong likt.
Ik zal niet lang weg zijn. - Jij ook.