Een bezittelijk voornaamwoord is een voornaamwoord dat de plaats kan innemen van een zelfstandige naamzin om eigendom te tonen (zoals in 'Deze telefoon is de mijne").
De zwak bezittingen (ook bezittelijke determiners genoemd) functioneren als determinanten voor zelfstandige naamwoorden (zoals in "Mijn telefoon is kapot "). De zwakke bezittingen zijn mijn, jouw, zijn, haar, haar, onze, en hun.
De sterk (of absoluut) bezittelijke voornaamwoorden op zichzelf staan: de mijne, de jouwe, de zijne, de onze, en van hen. De sterke bezitter is een soort onafhankelijke genitief.
Een bezittelijk voornaamwoord neemt nooit een apostrof.
"De bezittelijke voornaamwoorden (de mijne, de jouwe, de zijne, enz.) zijn als bezittelijke determinanten, behalve dat ze een volledige zelfstandige zinsdeel vormen.
Bezittelijke voornaamwoorden worden meestal gebruikt wanneer het hoofd zelfstandig naamwoord kan worden gevonden in de voorgaande context; dus in 1, de hare betekent 'haar huis' en erin 2, de mijne betekent 'mijn voorwaarden'. Hier is het bezittelijk voornaamwoord parallel aan het elliptische gebruik van de genitief. "(D. Biber, S. Conrad en G. Leech, Longman student grammatica van student en schriftelijk Engels. Pearson, 2002)
"[De] constructie met de bezittelijk voornaamwoord [bijvoorbeeld. een vriend van mij] verschilt van het alternatief van bezittelijke determinant + zelfstandig naamwoord (bijv. mijn vriend) voornamelijk omdat het meer onbepaald is. De zinnen in (30) hieronder illustreren dit punt.
(30) een. Je kent John? Een vriend van hem vertelde me dat het eten geserveerd in dat restaurant verschrikkelijk is.
(30) b. Je kent John? Zijn vriend vertelde me dat het eten geserveerd in dat restaurant verschrikkelijk is.
De constructie met het bezittelijk voornaamwoord in (30a) kan worden gebruikt als de spreker niet heeft opgegeven en de identiteit van de vriend niet hoeft te specificeren. De constructie met de bezittelijke determinant in (30b) impliceert daarentegen dat zowel de spreker als de luisteraar weten wat een vriend wordt bedoeld. "
(Ron Cowan, De Engelse grammatica van de leraar: een cursusboek en naslaggids. Cambridge University Press, 2008)
"De woorden die van haar, die van hen, en de jouwe worden soms 'absoluut' of 'onafhankelijk' bezittelijk genoemd omdat ze voorkomen wanneer er geen zelfstandig naamwoord volgt. Er verschijnt geen apostrof in deze woorden, die vaak voorkomen in het predikaat [het huis was van ons] [de fout was van hen]. Soms kunnen ze echter voorkomen als onderdanen [van haar was een geschenk waar iedereen jaloers op zou zijn]. "(Bryan A. Garner, Garner's Modern Amerikaans gebruik. Oxford University Press, 2009)
"Hier is voor jou en de jouwe en naar de mijne en De onze,
En als de mijne en De onze ooit tegengekomen en de jouwe,
Ik hoop dat je en de jouwe zal zoveel voor doen de mijne en De onze
Net zo de mijne en De onze voor u hebben gedaan en de jouwe!"