Engels heeft veel Latijnse woorden. In feite komt 60 procent van de Engelse taal uit het Latijn. Sommige van de Latijnse woorden (zelfstandige naamwoorden) voor kleding zijn als volgt:
amictus, -us m. mantel, mantel anulus, -i m. een vingerring armilla, -ae f. een armband balteus, -i m. riem bracae, -arum f. pl. korte broek calceus, -i m. een schoen caliga, -ae f. een laars voor een soldaat cingulus, - i m. een riem crepida, -ae f. een sandaal lana, -ae f. wol linteum, -i n. linnen (het betekent ook servet ) ornamentum, - i n. een sieraad paenula, -ae f. reizende mantel, regenmantel palla, -ae f. gewaad pallium, -i n. mantel pannus, -i m. een doek pileus / pilleus, -i m. een hoed stola, -ae f. een stal toga, -ae f. toga draaimomenten, -is f. een halsketting trabea, -ae f. een staatskleed tunica, -ae f. tuniek velum, -i n. een sluier vestimentum, -i n. een kledingstuk vestis, -is f. een jurk vestitus, -us m. kleding vitta, -ae f. een hoofdband