Een van de basisonderdelen van meningsuiting, a voornaamwoord neemt de plaats in van een zelfstandig naamwoord, vaak dienend als een onderwerp of een object in een zin. Persoonlijke voornaamwoorden zijn belangrijke hulpmiddelen om ons schrijven zowel beknopt als samenhangend te maken.
Een voornaamwoord kan effectief zijn als we een geschikte vorm (of case) gebruiken. Anders kan het de lezer afleiden of in verwarring brengen. Er zijn drie veel voorkomende voornaamwoorden: onderwerp voornaamwoorden, object voornaamwoorden, en bezittelijke voornaamwoorden. We moeten proberen voorzichtig te zijn om de ene voornaamvorm niet te verwarren met de andere.
Onderwerp voornaamwoorden worden gebruikt als onderwerpen van zinnen en van bijzinnen. De voornaamwoorden van het onderwerp zijn cursief weergegeven in de onderstaande zinnen.
Object voornaamwoorden worden gebruikt als objecten van werkwoorden of van voorzetsels. De voornaamwoorden van het object zijn cursief weergegeven in de onderstaande zinnen.
Bezittelijke voornaamwoorden laten zien wie of wat iets bezit. De bezittelijke voornaamwoorden zijn cursief weergegeven in de onderstaande zinnen.
Merk op dat jij niet doen gebruik een apostrof met een bezittelijk voornaamwoord.
* Sommige grammatici maken een onderscheid tussen bezittelijke determinanten (zoals mijn in "Mijn oude gitaar ') en bezittelijke voornaamwoorden (zoals de mijne in "het drumstel is nog steeds van mij."
Deze oefeningen geven je oefening in het duidelijk en correct gebruiken van de verschillende vormen van voornaamwoorden: