De eerste impressionistische tentoonstelling vond plaats van 15 april-15 mei 1874. Ze werd geleid door de Franse kunstenaars Claude Monet, Edgar Degas, Pierre-Auguste Renoir, Camille Pissarro en Berthe Morisot. Destijds noemden ze zichzelf de Anonymous Society of Painters, Sculptors, Printmakers, enz., Maar dat zou snel veranderen.
Op de Boulevard des Capucines 35 in Parijs, de voormalige studio van fotograaf Nadar, toonden 30 kunstenaars meer dan 200 werken. Het gebouw was modern en de schilderijen waren moderne afbeeldingen van het hedendaagse leven geschilderd in een techniek die zowel kunstcritici als het grote publiek onafgewerkt leek. De kunstwerken kunnen tijdens de duur van de show worden gekocht.
In zekere zin was de tentoonstelling een beetje een mislukking. Kunstcritici namen de show niet serieus, omdat ze niet geïnteresseerd waren in de nieuwe ideeën die naar voren werden gebracht. Ondertussen, hoewel het goed bezocht werd door het publiek, bestond een groot deel van het publiek uit mensen die klaar stonden om het werk te beledigen en uit te lachen. In feite sloot de tentoonstelling af waarbij elke kunstenaar een deel moest betalen voor de geleden verliezen. De groep werd gedwongen om tijdelijk te ontbinden tot hun volgende tentoonstelling twee jaar later.
Er was echter een lichtpuntje in deze show. Louis Leroy, een criticus voor Le Charivari, noemde zijn smerige, satirische recensie van het evenement 'Exhibition of Impressionists', geïnspireerd op het schilderij 'Impression: Sunrise' van Claude Monet (1873). Leroy wilde hun werk in diskrediet brengen; in plaats daarvan vond hij hun identiteit uit.
Toch noemde de groep zich pas in 1877 "Impressionisten" tijdens hun derde show (Degas heeft de naam helemaal nooit goedgekeurd). Andere suggesties waren onder andere Independent, Naturalists en Intransigents (wat politiek activisme impliceerde), maar het was Leroy's mislukte belediging die won.