Fallacies zijn defecten die ervoor zorgen dat een argument ongeldig, ondeugdelijk of zwak is. Logische denkfouten kunnen worden onderverdeeld in twee algemene groepen: formeel en informeel. Een formele misvatting is een defect dat alleen kan worden geïdentificeerd door te kijken naar de logische structuur van een argument, in plaats van naar specifieke verklaringen. Informele denkfouten zijn defecten die alleen kunnen worden geïdentificeerd door een analyse van de feitelijke inhoud van het argument.
Formele denkfouten worden alleen gevonden in deductieve argumenten met identificeerbare vormen. Een van de dingen waardoor ze redelijk lijken, is het feit dat ze eruit zien en geldige logische argumenten nabootsen, maar in feite ongeldig zijn. Hier is een voorbeeld:
Beide premissen in dit argument zijn waar, maar de conclusie is onjuist. Het defect is een formele misvatting en kan worden aangetoond door het argument terug te brengen tot de kale structuur:
Het maakt niet uit waar A, B en C voor staan. We kunnen ze vervangen door 'wijnen', 'melk' en 'dranken'. Het argument zou om dezelfde reden nog steeds ongeldig zijn. Het kan nuttig zijn om een argument terug te brengen tot de structuur en inhoud te negeren om te zien of het geldig is.
Informele denkfouten zijn defecten die alleen kunnen worden geïdentificeerd door een analyse van de feitelijke inhoud van het argument, en niet door de structuur ervan. Hier is een voorbeeld:
De premissen in dit argument zijn waar, maar het is duidelijk dat de conclusie onjuist is. Is het defect een formele misvatting of een informele misvatting? Om te zien of dit eigenlijk een formele misvatting is, moeten we het opsplitsen in zijn basisstructuur:
Deze structuur is geldig. Daarom kan het defect geen formele misvatting zijn en moet het in plaats daarvan een informele misvatting zijn die te herkennen is aan de inhoud. Wanneer we de inhoud bekijken, zien we dat een sleutelterm ("rock") wordt gebruikt met twee verschillende definities.
Informele denkfouten kunnen op verschillende manieren werken. Sommigen leiden de lezer af van wat er echt aan de hand is. Sommigen, zoals in het bovenstaande voorbeeld, maken gebruik van dubbelzinnigheid om verwarring te veroorzaken.
Er zijn veel manieren om drogredenen te categoriseren. Aristoteles was de eerste die ze systematisch probeerde te beschrijven en categoriseren door 13 denkfouten te identificeren die in twee groepen waren verdeeld. Sindsdien zijn er nog veel meer beschreven en is de indeling ingewikkelder geworden. De hier gebruikte indeling zou nuttig moeten blijken, maar het is niet de enige geldige manier om denkfouten te organiseren.
Argumenten met dit defect hebben een structuur die grammaticaal dicht in de buurt komt van argumenten die geldig zijn en geen dwalingen bevatten. Vanwege deze nauwe gelijkenis kan een lezer afgeleid worden door te denken dat een slecht argument eigenlijk geldig is.