Cathay vinden

Rond het jaar 1300 veroverde een boek Europa stormenderhand. Het was het verhaal van Marco Polo over zijn reizen naar een fantastisch land genaamd Cathay, en alle wonderen die hij daar had gezien. Hij beschreef zwarte stenen die brandden als hout (kolen), boeddhistische monniken met saffraan en geld dat van papier was gemaakt.

Cathay was natuurlijk eigenlijk China, dat destijds onder Mongoolse heerschappij stond. Marco Polo diende in het hof van Kublai Khan, oprichter van de Yuan-dynastie, en kleinzoon van Genghis Khan.

Khitai en de Mongolen

De naam "Cathay" is een Europese variant van "Khitai", die Centraal-Aziatische stammen gebruikten om delen van Noord-China te beschrijven die ooit werden gedomineerd door het Khitaanse volk. De Mongolen hadden sindsdien de Khitaanse clans verpletterd en hun volk geabsorbeerd, hen gewist als een afzonderlijke etnische identiteit, maar hun naam leefde voort als een geografische aanduiding.

Sinds Marco Polo en zijn partij China benaderden via Centraal-Azië, langs de zijderoute, hoorden ze natuurlijk de naam die Khitai gebruikte voor het rijk dat ze zochten. Het zuidelijke deel van China, dat nog niet had gecapituleerd voor de Mongoolse heerschappij, stond destijds bekend als Manzi, wat Mongools is voor 'de recalcitrante'.

Parallels Between Polo and Ricci's Observations

Het zou Europa bijna 300 jaar kosten om twee en twee samen te brengen en te beseffen dat Cathay en China één en dezelfde waren. Tussen ongeveer 1583 en 1598 ontwikkelde de jezuïetenzendeling in China, Matteo Ricci, de theorie dat China eigenlijk Cathay was. Hij kende het verhaal van Marco Polo goed en merkte opvallende overeenkomsten op tussen Polo's observaties van Cathay en die van China.

Ten eerste had Marco Polo opgemerkt dat Cathay direct ten zuiden van 'Tartary' of Mongolië lag, en Ricci wist dat Mongolië aan de noordgrens van China lag. Marco Polo beschreef het rijk ook als gescheiden door de Yangtze-rivier, met zes provincies ten noorden van de rivier en negen ten zuiden van de rivier. Ricci wist dat deze beschrijving overeenkwam met China. Ricci heeft veel van dezelfde verschijnselen waargenomen die Polo ook had opgemerkt, zoals mensen die kolen stoken voor brandstof en papier als geld gebruiken.

De laatste druppel, voor Ricci, was toen hij in 1598 moslimhandelaren uit het westen in Beijing ontmoette. Ze verzekerden hem dat hij inderdaad in het legendarische land Cathay woonde.

Vasthouden aan het idee van Cathay

Hoewel de jezuïeten deze ontdekking op grote schaal in Europa publiceerden, geloofden sommige sceptische kaartenmakers dat Cathay nog ergens bestond, misschien ten noordoosten van China, en trokken het op hun kaarten in wat nu in het zuidoosten van Siberië ligt. Al in 1667 weigerde John Milton afstand te doen van Cathay en noemde het als een aparte plaats buiten China in verloren paradijs.