Het gedicht "Comin Thro 'the Rye" van de Schotse schrijver Robert Burns (1759-1796), is waarschijnlijk het best bekend vanwege de verkeerde interpretatie van Holden Caulfield in J.D. Salingers roman 'The Catcher in the Rye'. In plaats van een lichaam in de rogge te "ontmoeten", herinnert hij zich dat het een lichaam "vangt". Holden bespreekt het gedicht met zijn zus Phoebe en vertelt haar een fantasie dat hij een redder is van kinderen die spelen in een veld met rogge, en hij vangt ze voordat ze van een klif vallen.
De verwijzing naar het gedicht in "The Catcher in the Rye" heeft schrijvers en wetenschappers ertoe aangezet de bron te bekijken bij het bespreken van de roman. Het gedicht is geschreven met een Schots dialect; draigl't vertaald naar sleept; weet naar nat; gin naar wanneer of als, afhankelijk van de interpretatie; ilka naar elk; loe naar liefde; waur naar slechter af; en gezichtskring naar weten. Afhankelijk van de bron heeft de laatste regel van het tweede couplet een punt of een vraagteken, en het derde couplet heeft een vraagteken of een uitroepteken. Opmerking: de tweede instelling werd niet ondertekend door Burns maar wordt algemeen geaccepteerd als zijnde door hem.
Komt door de rogge, arm lichaam,
Komt door de rogge,
Ze heeft geen petticoatie meer,
Komt door de rogge.
Refrein:
Oh, Jenny is een 'weet, arm lichaam',
Jenny is zelden droog;
Ze is geen petticoattie
Komt door de rogge.
Gin een lichaam ontmoeten een lichaam
Komt door de rogge,
Gin een lichaam, kus een lichaam-
Ik heb een lichaamskreet nodig. [Koor]
Gin een lichaam ontmoeten een lichaam
Komt door de vallei,
Gin een lichaam, kus een lichaam,
Heb de warld ken nodig! [Koor]
Gin een lichaam ontmoet een lichaam, komt door de rogge,
Gin een lichaam kus een lichaam, heb een lichaamskreet nodig;
Ilka lichaam heeft een lichaam, ik ben geen ane;
Maar a 'de jongens zij loeien mij, en wat ben ik in vredesnaam.
Gin een lichaam ontmoet een lichaam, comin frae de put,
Gin een lichaam kus een lichaam, moet een lichaam vertellen;
Ilka lichaam heeft een lichaam, ik ben geen ane,
Maar a de jongens zij loe mij, en wat de waur ben ik.