Het stemrecht is in de Amerikaanse grondwet vastgelegd als een basisrecht van burgerschap, maar voor immigranten is dit niet noodzakelijkerwijs het geval. Het hangt allemaal af van de immigratiestatus van een persoon.
Toen Amerika voor het eerst onafhankelijk werd, was het stemrecht beperkt tot blanke mannen die ten minste 21 jaar oud waren en eigendom hadden. In de loop van de tijd zijn die rechten uitgebreid tot alle Amerikaanse burgers door de 15e, 19e en 26e wijzigingen van de grondwet. Tegenwoordig komt iedereen die in de VS geboren staatsburger is of via zijn ouders staatsburgerschap heeft, in aanmerking om te stemmen bij federale, provinciale en lokale verkiezingen zodra ze 18 jaar oud zijn. Er zijn slechts enkele beperkingen op dit recht, zoals:
Elke staat heeft verschillende vereisten voor verkiezingen, inclusief kiezersregistratie. Als u voor het eerst stemt, al een tijdje niet hebt gestemd of van woonplaats bent veranderd, is het een goed idee om contact op te nemen met de staatssecretaris van uw staat om erachter te komen welke vereisten er kunnen zijn.
Een Amerikaans staatsburger is een persoon die voorheen een staatsburger van een ander land was voordat hij naar de VS verhuisde, een verblijfsvergunning vestigde en vervolgens het staatsburgerschap aanvroeg. Het is een proces dat jaren duurt, en burgerschap is niet gegarandeerd. Maar immigranten aan wie het staatsburgerschap is verleend, hebben dezelfde stemrechten als een natuurlijk geboren burger.
Wat is er nodig om een naturalized burger te worden? Om te beginnen moet een persoon legaal verblijf hebben en vijf jaar in de VS wonen. Zodra aan die eis is voldaan, kan die persoon het staatsburgerschap aanvragen. Dit proces omvat een achtergrondcontrole, een persoonlijk interview en een schriftelijke en mondelinge test. De laatste stap is het afleggen van een eed van burgerschap voor een federale ambtenaar. Zodra dat is gebeurd, komt een naturalized burger in aanmerking om te stemmen.
Permanente inwoners zijn niet-burgers die in de VS wonen en het recht hebben gekregen om permanent te wonen en te werken, maar geen Amerikaans staatsburgerschap hebben. In plaats daarvan hebben permanente bewoners permanente bewonerskaarten, ook wel een groene kaart genoemd. Deze personen mogen niet stemmen bij federale verkiezingen, hoewel sommige staten en gemeenten, waaronder Chicago en San Francisco, houders van een groene kaart toestaan om te stemmen. Immigranten zonder papieren mogen niet stemmen bij verkiezingen.
In de afgelopen jaren is verkiezingsfraude een hot politiek onderwerp geworden en sommige staten zoals Texas hebben expliciete straffen opgelegd voor mensen die illegaal stemmen. Maar er zijn weinig gevallen geweest waarin mensen met succes zijn vervolgd wegens illegaal stemmen.