Biografie van Corrie ten Boom, Hero of the Holocaust

Cornelia Arnolda Johanna "Corrie" ten Boom (15 april 1892 - 15 april 1983) was een overlevende van de Holocaust die een revalidatiecentrum voor overlevenden van concentratiekampen oprichtte en een wereldwijd ministerie om de kracht van vergeving te prediken.

Snelle feiten: Corrie ten Boom

  • Bekend om: Overlevende Holocaust die een gerenommeerde christelijke leider werd, bekend om haar leer over vergeving
  • Bezetting: Horlogemaker en schrijver 
  • Geboren: 15 april 1892 in Haarlem, Nederland
  • Ging dood: 15 april 1983 in Santa Ana, Californië
  • Gepubliceerde werken: De schuilplaatsIn de plaats van mijn vaderVagebond voor de Heer
  • Opmerkelijk citaat: "Vergeving is een daad van de wil, en de wil kan functioneren, ongeacht de temperatuur van het hart."

Vroege leven

Corrie ten Boom werd geboren in Haarlem, op 15 april 1892. Ze was de jongste van vier kinderen; ze had een broer, Willem, en twee zussen, Nollie en Betsie. Een broer Hendrik Jan stierf in de kinderschoenen.

Corrie's grootvader, Willem ten Boom, opende in 1837 een horlogemaker in Haarlem. In 1844 begon hij een wekelijkse gebedsdienst om te bidden voor het Joodse volk, dat toen zelfs discriminatie ervoer in Europa. Toen de zoon van Willem Casper het bedrijf erfde, zette Casper die traditie voort. Corrie's moeder, Cornelia, stierf in 1921.

Het gezin woonde op de tweede verdieping, boven de winkel. Corrie ten Boom ging in de leer als horlogemaker en werd in 1922 uitgeroepen tot de eerste vrouw met een vergunning als horlogemaker in Nederland. In de loop der jaren zorgden de tien Booms voor veel vluchtelingenkinderen en weeskinderen. Corrie gaf bijbellessen en de zondagsschool en was actief in het organiseren van christelijke clubs voor Nederlandse kinderen.

Een schuilplaats maken

Tijdens de Duitse blitzkrieg in Europa in mei 1940 vielen tanks en soldaten Nederland binnen. Corrie, die toen 48 was, was vastbesloten om haar mensen te helpen, dus veranderde ze hun huis in een veilige haven voor mensen die probeerden te ontsnappen aan de nazi's.

Nederlandse verzetsleden droegen grootvader klokken in de horlogewinkel. Verborgen in de lange klokkasten waren bakstenen en mortel, waarmee ze een valse muur en een verborgen kamer in de slaapkamer van Corrie bouwden. Hoewel het slechts ongeveer twee voet diep en acht voet lang was, kon deze schuilplaats zes of zeven mensen herbergen: joden of leden van de Nederlandse ondergrondse. De tien Booms installeerden een waarschuwingszoemer om hun gasten te waarschuwen zich te verbergen wanneer de Gestapo (geheime politie) de buurt doorzocht.

De schuilplaats werkte bijna vier jaar goed omdat mensen constant door de drukke horlogereparatiewerkplaats kwamen en gingen. Maar op 28 februari 1944 verraadde een informant de operatie aan de Gestapo. Dertig mensen, waaronder enkele van de familie Ten Boom, werden gearresteerd. De nazi's konden echter de zes mensen niet vinden die zich in de geheime kamer verstopten. Ze werden twee dagen later gered door de Nederlandse verzetsbeweging.

Prison Meant Death

Corrie's vader Casper, toen 84 jaar oud, werd overgebracht naar de gevangenis van Scheveningen. Hij stierf tien dagen later. Corrie's broer Willem, een Nederlandse hervormde minister, werd vrijgelaten dankzij een sympathieke rechter. Zuster Nollie werd ook vrijgelaten.

In de loop van de volgende tien maanden werden Corrie en haar zus Betsie van Scheveningen naar het concentratiekamp Vugt in Nederland gebracht en eindigden ze uiteindelijk in het concentratiekamp Ravensbrück nabij Berlijn, het grootste vrouwenkamp in door Duitsland gecontroleerde gebieden. De gevangenen werden gebruikt voor dwangarbeid in boerderijprojecten en wapenfabrieken. Duizenden vrouwen werden daar geëxecuteerd.

De levensomstandigheden waren wreed, met magere rantsoenen en harde discipline. Toch hielden Betsie en Corrie geheime gebedsdiensten in hun kazerne, met behulp van een gesmokkelde Nederlandse Bijbel. De vrouwen gaven fluisterend gebeden en hymnes om de aandacht van de bewakers te vermijden. 

Op 16 december 1944 stierf Betsie in Ravensbrück aan honger en gebrek aan medische zorg. Corrie vertelde later de volgende regels als laatste woorden van Betsie:

"... (wij) moeten hen vertellen wat we hier hebben geleerd. We moeten hen vertellen dat er geen put is die zo diep is dat Hij nog niet dieper is. Ze zullen naar ons luisteren, Corrie, omdat we hier zijn geweest."

Twee weken na de dood van Betsie werd tien Boom uit het kamp vrijgelaten vanwege claims van een "administratieve fout". Ten Boom noemde dit gebeuren vaak een wonder. Kort na de vrijlating van tien Boom werden alle andere vrouwen in haar leeftijdsgroep in Ravensbrück geëxecuteerd. 

Naoorlogs ministerie

Corrie reisde terug naar Groningen in Nederland, waar ze herstelde in een herstellingsoord. Een vrachtwagen bracht haar naar het huis van haar broer Willem in Hilversum en hij zorgde ervoor dat ze naar het ouderlijk huis in Haarlem ging. In mei 1945 huurde ze een huis in Bloemendaal, dat ze verbouwde tot een huis voor overlevenden van concentratiekampen, collega-verzetsmedewerkers in oorlogstijd en gehandicapten. Ze heeft ook een non-profitorganisatie in Nederland opgezet om het gezin en haar ministerie te ondersteunen.