De term Polyplacophora verwijst naar een klasse van zeeleven die deel uitmaakt van de weekdierfamilie. Het tongdraaiende woord is Latijn voor 'veel borden'. De dieren in deze klasse staan algemeen bekend als chitons en ze hebben acht overlappende platen of kleppen op hun platte, langwerpige schelpen.
Ongeveer 800 soorten chitons zijn beschreven. De meeste van deze dieren leven in de getijdenzone. Chitons kunnen 0,3 tot 12 inch lang zijn.
Onder hun schaalplaten hebben chitons een mantel, begrensd door een gordel of rok. Ze kunnen ook stekels of haren hebben. Met de schaal kan het wezen zichzelf beschermen, maar door het overlappende ontwerp kan het ook in een opwaartse beweging buigen en bewegen. Chitons kunnen ook opkrullen tot een bal. Hierdoor biedt de schaal bescherming terwijl de chiton naar boven kan buigen wanneer deze moet bewegen.
Hoe Polyplacophora reproduceren
Er zijn mannelijke en vrouwelijke chitons en ze reproduceren zich door sperma en eieren in het water vrij te geven. De eieren kunnen worden bevrucht in het water of het vrouwtje kan de eieren vasthouden, die vervolgens worden bevrucht door sperma dat samen met water binnenkomt als het vrouwtje ademt. Zodra de eieren zijn bevrucht, worden ze vrijzwemmende larven en veranderen ze in een jeugdchiton.
Hier zijn nog een paar feiten die we over Polyplacophora weten:
Het woord wordt uitgesprokenpoly-plac-o-for-a.
Chitons worden ook wel zeewiegjes of 'vacht-schelpen' genoemd. Andere namen waaraan ze worden herkend, zijn loricaten, polyplacoforen en polyplacoforen.
Deze wezens worden niet vaak gezien door strandgangers, omdat ze in rotsspleten of onder rotsen leven. Ze kunnen ook op rotsen leven.
Polyplacophora wordt gevonden in koud water en in tropische wateren. Sommigen leven in getijdenzones en kunnen gedurende langere tijd aan lucht worden blootgesteld. Anderen kunnen tot 20.000 voet onder het wateroppervlak leven.
Ze worden alleen gevonden in zout water.
Ze houden ervan dicht bij huis te blijven en homing te vertonen, wat betekent dat ze reizen om te eten en dan terugkeren naar dezelfde plek.
Mensen eten deze zeedieren. Ze worden meestal geserveerd op de Caribische eilanden op plaatsen zoals Tobago, Aruba, Barbados, Bermuda en Trinidad. Mensen in Noord- en Zuid-Amerika eten ze ook, evenals die in de Filippijnen.
Net als een mossel hebben ze een gespierde voet waarmee ze kunnen bewegen. Net als een mossel hebben ze sterke hechtingskracht en kunnen ze behoorlijk krachtig aan rotsen in de oceaan kleven.
Er zijn zowel mannelijke als vrouwelijke chitons, en ze reproduceren extern.
Ze eten alles van algen en diatomeeën tot zeepokken en bacteriën.
Referenties:
Campbell, A. en D. Fautin. 2001. Polyplacophora "(Online), Animal Diversity Web. Geraadpleegd op 23 augustus 2010.
De Polyplacophora (online). Mens en weekdier. Bezocht op 23 augustus 2010.
Martinez, Andrew J. 2003. Marine Life of the North Atlantic. Aqua Quest Publications, Inc., New York
Universiteit van Californië Museum voor paleontologie. De Polyplacophora (online). Bezocht op 23 augustus 2010.