De pelagische zone is het gebied van de oceaan buiten kustgebieden. Dit wordt ook de open oceaan genoemd. De open oceaan ligt over en voorbij het continentaal plat. Hier vind je enkele van de grootste soorten zeeleven.
De zeebodem (demersale zone) valt niet onder de pelagische zone.
Het woord pelagisch komt van het Griekse woord Pelagos betekent "zee" of "volle zee".
De pelagische zone is gescheiden in verschillende subzones, afhankelijk van de waterdiepte:
Binnen deze verschillende zones kan er een dramatisch verschil zijn in beschikbaar licht, waterdruk en de soorten soorten die je daar zult vinden.
Duizenden soorten in alle soorten en maten leven in de pelagische zone. Je zult dieren vinden die lange afstanden afleggen en sommige die met de stroming drijven. Er is een breed scala aan soorten omdat deze zone de hele oceaan omvat die zich niet in een kustgebied of op de oceaanbodem bevindt. Aldus omvat de pelagische zone het grootste volume oceaanwater in elke mariene habitat.
Het leven in deze zone varieert van klein plankton tot de grootste walvissen.
Organismen omvatten fytoplankton, dat ons hier op aarde van zuurstof voorziet en voedsel voor veel dieren. Zoöplankton zoals copepoden zijn daar te vinden en vormen ook een belangrijk onderdeel van het oceanische voedselweb.
Voorbeelden van ongewervelde dieren die in de pelagische zone leven, zijn kwallen, inktvis, krill en octopus.
Veel grote oceaangewervelde dieren leven in of migreren door de pelagische zone. Deze omvatten walvisachtigen, zeeschildpadden en grote vissen zoals oceaanzonnevis (die wordt weergegeven in de afbeelding), blauwvintonijn, zwaardvis en haaien.
Terwijl ze niet leven in het water, zeevogels zoals stormvogels, zeewaters en jan-van-genten zijn vaak boven, op en duiken onder water op zoek naar prooi.
Dit kan een uitdagende omgeving zijn waar soorten worden beïnvloed door golf- en windactiviteit, druk, watertemperatuur en beschikbaarheid van prooien. Omdat de pelagische zone een groot gebied bestrijkt, kan prooi over enige afstand worden verspreid, wat betekent dat dieren ver moeten reizen om het te vinden en niet zo vaak kunnen voeden als een dier in een koraalrif of getijdenpoolhabitat, waar prooi dichter is.
Sommige dieren in de pelagische zone (bijv. Pelagische zeevogels, walvissen, zeeschildpadden) reizen duizenden kilometers tussen broed- en voedingsgronden. Onderweg worden ze geconfronteerd met veranderingen in watertemperaturen, soorten prooien en menselijke activiteiten zoals scheepvaart, vissen en exploratie.