Klasmanagement en studentendiscipline spelen een belangrijke rol in de dagelijkse taken van een opvoeder. Leraren die deze praktijken goed beheersen, merken dat ze meer tijd kunnen besteden aan lesgeven en minder tijd besteden aan het beheren van hun studenten. Elke discipline-inbreuk dient als een soort afleiding voor alle betrokkenen. Effectieve leraren kunnen een probleem snel en adequaat oplossen met minimale verstoring van het leerproces.
Leraren moeten oppassen dat ze geen berg van een molshoop maken. Ze moeten een situatie correct beheren en evalueren. Als de situatie een disciplinaire verwijzing rechtvaardigt, moet de student naar het kantoor worden gestuurd. Een leraar mag een student nooit naar kantoor sturen, simpelweg omdat hij "een pauze nodig heeft" of "er niet mee wil omgaan". Studenten moeten verantwoordelijk worden gehouden voor hun acties. Volledig vertrouwen op de opdrachtgever voor het behandelen van alle discipline-problemen duidt er echter op dat de leraar niet in staat is om een klaslokaal effectief te beheren.
Het is belangrijk op te merken dat het ook andersom werkt. Als een leraar nooit een student naar kantoor stuurt, dan profiteren ze niet volledig van de beschikbare middelen. Een leraar mag nooit weigeren een student naar kantoor te sturen, simpelweg omdat hij zich zorgen maakt over wat zijn directeur denkt. Soms is het noodzakelijk een discipline door te verwijzen en de juiste beslissing te nemen. De meeste beheerders begrijpen dit en zullen er niets aan denken als u af en toe een student naar hen doorverwijst.
Om deze redenen moet elke directeur een eenvoudige gids ontwikkelen voor verwijzingen naar discipline die zijn leraren kunnen volgen. Deze gids moet aangeven welke overtredingen door de leraar in de klas moeten worden behandeld en welke overtredingen moeten leiden tot een discipline-verwijzing. Deze gids voor het doorverwijzen van disciplines elimineert het raden door de leraar en maakt uiteindelijk het werk van de directeur gemakkelijker.
De volgende overtredingen moeten door de leraren zelf worden behandeld. In de meeste gevallen is het voldoende om de studenten bij te scholen in procedures, hoewel het vaststellen en opvolgen van de gevolgen voor de klas zal helpen bij het versterken en minimaliseren van herhalingen. Een student mag niet naar het kantoor worden gestuurd voor het overtreden van een enkele overtreding. Deze inbreuken worden verondersteld van geringe aard te zijn. Het is belangrijk op te merken dat een van deze kleine problemen groot kan worden als het regelmatig terugkeert. Als dit het geval is en de leraar een hele reeks klasmanagement- en disciplinetechnieken heeft uitgeput, waaronder contact met ouders, moeten ze doorgaan en hen doorverwijzen naar het kantoor.
De volgende overtredingen moeten resulteren in een automatische verwijzing naar het kantoor voor discipline - GEEN UITZONDERINGEN.
Veel studenten hebben nooit serieuze disciplineproblemen. Deze lijst zal dienen als een richtlijn voor leraren die beleidsschendingen door studenten in hun klaslokalen hebben. De leraar moet een eerlijk en gepast oordeel gebruiken bij het uitoefenen van een discipline. Het doel van disciplinaire maatregelen van een leraar moet zijn om te voorkomen dat het ongepaste gedrag opnieuw optreedt. In alle gevallen heeft de beheerder de flexibiliteit om verschillend te reageren op verschillende situaties. De frequentie, intensiteit en duur van het wangedrag zijn factoren die de mogelijke gevolgen beïnvloeden.