Franse werkwoorden 'Vouloir, Pouvoir, Devoir'

Het is belangrijk om drie onregelmatige Franse werkwoorden te begrijpen en te kunnen gebruiken-vouloir, pouvoir, en devoir - omdat ze zowel algemeen als nuttig zijn. Ze worden vaak samen onderwezen vanwege de overeenkomsten in hun vervoegingen.

'Vouloir', 'Pouvoir' en 'Devoir' vervoegen

De onderstaande tabel toont de elementaire vervoegingen en betekenis van deze werkwoorden samen met korte voorbeelden.

vouloir - willen pouvoir - kan, kunnen devoir, moet, moeten
Je veux danser avec toi.
ik wil met je dansen.
Je peux danser avec toi.
Ik kan met je dansen.

Je dois danser avec toi.
Ik moet met je dansen.

Voulez-vous parler?
Wilt u spreken??

Pouvez-vous parler?
Kan je praten?

Devez-vous parler?
Moet je praten??
je veux peux dois
tu veux peux dois
il veut peut doe het
nous Voulons pouvons Devons
vous voulez pouvez Devez
ils veulent peuvent doivent

Handige vervoegingstabellen en details

Krijg een meer diepgaande blik met deze complete vervoegingstabellen en details over deze werkwoorden:

  • Vervoegingen van vouloir in alle tijden
  • Vervoegingen van pouvoir in alle tijden
  • Vervoegingen van devoir in alle tijden
  • Vouloir gebruiken
  • Pouvoir gebruiken
  • Devoir gebruiken
  • Uitdrukkingen met vouloir
  • Uitdrukkingen met pouvoir
  • Devoir vs Falloir