Gebruik van de Franse voorzetsels 'En' en 'Dans'

In het Frans de voorzetsels nl en Dans beide betekenen "in" en ze drukken beide tijd en locatie uit. Ze zijn echter niet uitwisselbaar. Hun gebruik hangt af van zowel betekenis als grammatica.

Hoe Franse voorzetsels werken

In het Frans zijn voorzetsels meestal woorden die twee verwante delen van een zin verbinden. Ze worden meestal voor zelfstandige naamwoorden of voornaamwoorden geplaatst om een ​​relatie aan te geven tussen dat zelfstandig naamwoord of voornaamwoord en een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord dat eraan voorafgaat.

  • Ik praat tegen Jean.
  • Je parle àJean.
  • Ze komt uit Parijs.
  • Elle est de Paris.
  • Het boek is voor jou. 
  • Le livre est pour toi.

Deze kleine maar krachtige woorden tonen niet alleen relaties tussen woorden, ze verfijnen ook de betekenis van plaats (steden, landen, eilanden, regio's en Amerikaanse staten) en tijd (zoals bij hanger en durant); kan bijvoeglijke naamwoorden volgen en deze koppelen aan de rest van een zin; kan nooit een zin beëindigen (zoals in het Engels); kan moeilijk te vertalen zijn in het Engels en idiomatisch; en kan bestaan ​​als een voorzetselzin, zoals au-dessus de (bovenstaand), au-dessous de (Hieronder) en au milieu de (in het midden van).

Sommige voorzetsels worden ook gebruikt na bepaalde werkwoorden om hun betekenis te voltooien, zoals croire en (geloven in), parler à (om mee te praten) en parler de (te praten over). Plus, voorzetsels kunnen worden vervangen door de bijwoordelijke voornaamwoorden Y en nl.

De volgende richtlijnen en voorbeelden beschrijven hoe en wanneer twee van de lastiger Franse voorzetsels moeten worden gebruikt: nl en Dans. Merk op hoe ze twee gerelateerde delen van elke zin koppelen. 

Voorbeelden van wanneer 'En' in het Frans te gebruiken

en geeft aan hoe lang een actie plaatsvindt. Als gevolg hiervan staat het werkwoord meestal in de tegenwoordige of verleden tijd, zoals in

  • Je peux faire le lit en cinq minuten.
  • Ik kan het bed in vijf minuten opmaken.
  • Il a lu le livre en une heure. 
  • Hij las het boek binnen een uur.
  • J'ai appris à danser en un an. 
  • Ik heb in een jaar leren dansen.

en geeft aan wanneer een actie plaatsvindt met betrekking tot de kalender: maand, seizoen of jaar. Uitzondering: au printemps.

  • Nous voyageons en Avril.
  • We reizen in april.
  • Il arrivera en hiver. 
  • Hij komt in de winter aan.

en kan "in" of "tot" betekenen wanneer direct gevolgd door een zelfstandig naamwoord dat geen artikel nodig heeft:

  • Vous allez en prison! 
  • Je gaat naar de gevangenis! 
  • Il est en classe. 
  • Hij is op school.

en kan ook "in" of "tot" betekenen wanneer gebruikt met sommige staten, provincies en landen, zoals

  • J'habite en Californie.
  • ik woon in California.
  • Je vais en France.
  • Ik ga naar Frankrijk.

Voorbeelden van wanneer 'Dans' te gebruiken

Dans geeft de hoeveelheid tijd aan voordat actie zal plaatsvinden. Merk op dat het werkwoord meestal in het heden of de toekomst staat, zoals in