Zakelijk Engelse collocaties zijn veel voorkomende woordcombinaties die worden gebruikt bij het spreken over zakelijk in het Engels. Collocaties kunnen worden begrepen als woorden die meestal samengaan. In het Engels doen we bijvoorbeeld zaken, geen zaken. Die zakelijke Engelse collocatie kan het verschil maken als u wereldwijd zaken wilt doen. Wanneer beslissingen veel geld betreffen, is het belangrijk om de zin goed te begrijpen.
Hier zijn veelvoorkomende zakelijke Engelse collocaties die worden gebruikt bij verschillende bedrijfsactiviteiten:
accounts: Mary doet de boekhouding.
Bedrijf: We doen zaken met landen over de hele wereld.
Aanbiedingen: We hebben vorig jaar een deal met ze gesloten.
Door ijverigheid: Laten we onze due diligence doen voordat we aan het project beginnen.
Papierwerk: Eerst moeten we het papierwerk doen.
Onderzoek: Laten we wat onderzoek doen naar het onderwerp.
Een afspraak: Ik heb een afspraak gemaakt met de verkoopmanager voor volgende week.
Een berekening: Ze moet een berekening maken voordat ze besluit of ze het goedkeurt.
bezuinigingen: Het bedrijf maakte bezuinigingen in hun winkels in New York.
Een overeenkomst: We hebben een deal gesloten met onze concurrent.
Een investering: De CEO investeerde in een nieuwe fabriek.
Een lening: De bank heeft ons een lening van $ 750.000 verstrekt.
Geld: Het bedrijf heeft het afgelopen jaar veel geld verdiend.
Winst: We hebben veel winst gemaakt op de deal.
Een bedrijf of fabriek: Hij beheert twee winkels in Californië.
verwachtingen: Beheer altijd uw verwachtingen tijdens contractonderhandelingen.
Een project of een team: Susan beheert vijf projecten tegelijkertijd.
Een luchtvaartmaatschappij: Het bedrijf exploiteert / runt een luchtvaartmaatschappij in Brazilië.
Een faciliteit: Wij exploiteren / runnen faciliteiten in Duitsland en Japan.
Een dienst: Wij exploiteren / runnen een toeristische dienst in Boulder, Colorado.
Een overeenkomst sluiten: We hebben een deal gesloten met onze concurrentie.
Doe een deal: Het bedrijf heeft een deal gesloten in Los Angeles.
Geef iemand een deal: Laat me je een deal geven voor een nieuwe auto.
Een deal afsluiten: Jake heeft gisteren de deal gesloten. Hij viert vandaag.
Werk aan een deal: We werken aan een deal met een nieuwe klant.
Contract opstellen / opstellen: Laten we een nieuw contract opstellen voor volgend jaar.
Teken een contract: Lees deze aandachtig voordat u een contract ondertekent.
Een contract onderhandelen: Het accepteren van een eerste bod is geen manier om over een contract te onderhandelen.
Bied iemand een contract aan: We willen u graag een contract aanbieden met ons bedrijf.
Bied op een contract: We bieden momenteel drie contracten.
Oude klant: We behandelen onze oude klanten met veel respect en nog betere deals.
Vaste klant: Hij is een vaste klant. Hij komt elke vrijdagmiddag binnen.
Potentiële klant: Hij gooit het project naar een potentiële klant.
Betalende klant: De enige klant die we nodig hebben is een betalende klant.
Binnenlandse / internationale klant: We hebben zowel binnenlandse als internationale klanten.