Een veel voorkomende opmerking van nieuwe Engelse studenten is dat ze hun gespreksvaardigheden willen verbeteren. Veel studenten klagen zelfs dat hun grammatica in orde is, maar als ze praten, voelen ze zich nog steeds beginners. Dit is logisch - vooral in academische instellingen waar de nadruk vaak ligt op structurele kennis. Als eerste jaar, enthousiaste ESL / EFL-leraar, kan ik me herinneren dat ik de klas instapte om studenten te helpen converseren - alleen om erachter te komen dat wat ik had gekozen weinig of geen interesse had voor mijn studenten. Ik stamelde door de les, probeerde mijn studenten te prikkelen om te praten - en uiteindelijk deed ik het grootste deel van het praten zelf.
Klinkt dit scenario een beetje bekend in de oren? Zelfs de meest ervaren leraar komt dit probleem tegen: een student wil zijn / haar spreekvaardigheid verbeteren, maar ze zover krijgen dat ze een mening geven is hetzelfde als tanden trekken. Er zijn veel redenen voor dit veel voorkomende probleem: uitspraakproblemen, culturele taboes, gebrek aan woordenschat voor een bepaald onderwerp, enz. Om deze neiging te bestrijden, is het goed om wat achtergrondinformatie over uw studenten te verzamelen voordat je begint je conversatielessen. Als je je studenten ruim van tevoren informeert, kun je ook helpen bij:
langere bogen met leeronderwerpen plannen
de 'persoonlijkheid' van je klas begrijpen
studenten groeperen voor activiteiten
het vinden van de juiste authentieke materialen die de aandacht van je klas vasthouden door de moeilijke dingen
individuele onderzoeksonderwerpen suggereren voor klassenpresentaties
Het is het beste om dit soort leuke enquête tijdens de eerste lesweek te verspreiden. Voel je vrij om de activiteit als huiswerk te verspreiden. Zodra je de lees- en studiegewoonten, evenals de algemene interesses van je klas, begrijpt, ben je goed op weg om boeiend materiaal aan te bieden dat je studenten daadwerkelijk aanmoedigt om de volgende keer meer dan "ja" of "nee" te zeggen je vraagt hen om een opmerking te maken.
Leuke enquête voor ESL / EFL-cursisten voor volwassenen
Stel je voor dat je dineert met je beste vriend. Welke onderwerpen bespreek je??
Stel je voor dat je een werklunch hebt met collega's. Welke onderwerpen bespreekt u die niet-werkgerelateerd zijn??
Wat vind je het leukste aan je beroep??
Wat vind je het minst fijn aan je beroep??
Wat lees je graag? (cirkelitems)
Fictie
Avontuurlijke verhalen
Historische fictie
Science fiction
Stripboeken
Thrillers
Korte verhalen
Romaanse romans
anders (graag vermelden)
Non-fictie
Biografie
Wetenschap
Geschiedenis
kookboeken
Sociologie
Computer handleidingen
anders (graag vermelden)
Lees je tijdschriften of kranten? (vermeld de titels)
Wat zijn je hobbies?
Welke plaatsen heb je bezocht?
Wat voor soort dingen vind je leuk: (cirkelitems)
Tuinieren
Naar musea gaan
Naar muziek aan het luisteren (vermeld het soort muziek)
Films
Werken met computers / Surfen op internet
Computerspelletjes
Tv kijken (vermeld programma's)
Sporten (vermeld sport)
Een instrument bespelen (vermeld het instrument)
anders (graag vermelden)
Denk even aan je beste vriend, man of vrouw. Wat heb je gemeen met hem / haar?
Leuke enquête voor studenten ESL / EFL studenten
Stel je voor dat je dineert met je beste vriend. Welke onderwerpen bespreek je??
Stel je voor dat je met klasgenoten luncht. Welke onderwerpen bespreek je die schoolgerelateerd zijn??
Van welke cursussen geniet u het meest?
Van welke cursussen geniet u het minst??
Wat lees je graag? (cirkelitems)
Fictie
Avontuurlijke verhalen
Historische fictie
Science fiction
Stripboeken
Thrillers
Korte verhalen
Romaanse romans
anders (graag vermelden)
Non-fictie
Biografie
Wetenschap
Geschiedenis
kookboeken
Sociologie
Computer handleidingen
anders (graag vermelden)
Lees je tijdschriften of kranten? (vermeld de titels)
Wat zijn je hobbies?
Welke plaatsen heb je bezocht?
Wat voor soort dingen vind je leuk: (cirkelitems)
Tuinieren
Naar musea gaan
Naar muziek aan het luisteren (vermeld het soort muziek)
Films
Werken met computers / Surfen op internet
Computerspelletjes
Tv kijken (vermeld programma's)
Sporten (vermeld sport)
Een instrument bespelen (vermeld het instrument)
anders (graag vermelden)
Denk even aan je beste vriend. Wat heb je gemeen met hem / haar