De namen van kleuren in het Italiaans

Je wilt je vriend vertellen de kleur van de Vespa die je wilt kopen, het type wijn dat je dronk of de tint van de lucht terwijl je op een heuveltop in Florence was, maar hoe zeg je de kleuren in het Italiaans?

Om te beginnen, hier zijn de meest voorkomende dertien samen met een lijst van subtiele en unieke melanges.

Basiskleuren

Rood - rosso

  • Lei porta sempre un rossetto rosso. - Ze draagt ​​altijd rode lippenstift.

Roze - Rosa

  • Ho comprato un vestito rosa per la festa. - Ik kocht een roze jurk voor het feest.

Purper - Altviool

  • Ho dipinto le unghie di altviool. - Ik heb mijn nagels paars geverfd.

TIP: In tegenstelling tot andere kleuren, hoeft u het einde van "rosa" of "altviool" niet te wijzigen om overeen te komen met het object dat het beschrijft.

Oranje - arancione

  • La sua macchina nuova è arancione ed è troppo sgargiante per i miei gusti. - Haar nieuwe auto is oranje en het is te fel naar mijn smaak.

Geel - giallo

  • Stava leggendo un giallo con una copertina gialla. - Hij las een mysterieroman met een gele omslag.

TIP: "Un giallo" is ook een mysterieroman of thriller.

Groen - Verde

  • Mi piace vivere in Toscana, in mezzo al verde. - Ik woon graag in Toscane, midden in het groen.