Deze les introduceert de vaak gebruikte Mandarijn-Chinese woordenschat en laat zien hoe deze in eenvoudige gesprekken kan worden gebruikt. Nieuwe woordenschatwoorden zijn onder andere leraar, druk, erg, en nog veel meer. Deze termen kunnen van pas komen op school, of je nu een leraar aanspreekt of je klasgenoten vertelt dat je bezig bent met huiswerk. Hoe? Aan het einde van de les kunt u een voorbeelddialoog lezen en horen.
Audiokoppelingen zijn gemarkeerd met ► om te helpen met uitspraak en luistervaardigheid. Luister zonder eerst de personages te lezen om te zien of je begrijpt wat er wordt gezegd. Of herhaal na de audiokoppeling om te zien of uw tonen correct zijn. Als algemene opmerking voor beginners, is het belangrijk om er een gewoonte van te maken om altijd de juiste toon te gebruiken wanneer je voor het eerst Mandarijn Chinees leert. De betekenis van uw woorden kan veranderen als u de verkeerde toon gebruikt. Je hebt pas een nieuw woord geleerd als je het met de juiste toon kunt uitspreken.
老師 (traditionele vorm)
老师 (vereenvoudigde vorm)
►lǎo shī
Leraar
忙 ►máng
bezig
很 ►hěn
heel
呢 ►ne
vraag deeltje
也 ►yě
ook
那 ►nà
zo; in dat geval
A: ►Laoshi hǎo. Nín máng bù máng?
B: ►Hěn máng. Nee?
A: ►Wǒ yě hěn máng.
B: ►Na, yī huĭr jiàn le.
A: ►Huí tóu jiàn.
A: 老師 好, 您 忙 不忙?
B: 很忙.你 呢?
A: 我 也 很忙 & # xff61;
B: 那, 一會兒 見了 & # xff61;
A: 回頭見 & # xff61;
A: 老师 好, 您 忙 不忙?
B: 很忙.你 呢?
A: 我 也 很忙 & # xff61;
B: 那, 一会儿 见了 & # xff61;
A: 回头见 & # xff61;
A: Hallo leraar, heb je het druk?
B: Erg druk, en jij?
A: Ik heb het ook erg druk.
B: In dat geval zie ik je later.
A: Tot later.
A: Jīntiān nǐ yào zuò shénme?
B: Lǎoshī gěi wǒ tài duō zuòyè! Wǒ jīntiān hěn máng. Nee?
A: Wǒ yěyǒu hěnduō zuòyè. Nà wǒmen yīqǐ zuò zuo yè ba.
A: 今天 你 要做 什麼 & # xff1f;
B: 老師 給 我 太多 作業 & # xff01; 我 今天 很忙。 你 呢 & # xff1f;
A: 我 也 有 很多 作業。 那 我們 一起 做作業 吧。
A: 今天 你 要做 什么 & # xff1f;
B: 老师 给 我 太多 作业 & # xff01; 我 今天 很忙。 你 呢 & # xff1f;
A: 我 也 有 很多 作业。 那 我们 一起 做作业 吧。
A: Wat wilt u vandaag doen??
B: De leraar gaf me teveel huiswerk! Ik zal het druk hebben vandaag. En jij dan?
A: Ik heb ook veel huiswerk. Laten we in dat geval dan samen huiswerk maken.